Onafhankelijke informatie over recht en rechtsonzekerheid rond de nalatenschap, voor en na overlijden | Testament of codicil maken? Erfenis of legaat gekregen? Onterfd? Nalatenschap beheren, afwikkelen en verdelen? Dit kennisplatform werkt aan vrij toegankelijke, goed onderbouwde informatie over het Nederlands erfrecht.
Executeur doet niets? Twintig acties om afwikkeling erfenis in beweging te brengen
Executeur doet niets? Twintig acties om afwikkeling erfenis in beweging te brengen

Executeur doet niets? Twintig acties om afwikkeling erfenis in beweging te brengen

Testamentair executeur doet werk niet goed? Deze maatregelen geeft de wet voor erfgenamen, schuldeisers, buren, gemeente, openbaar ministerie en andere belanghebbenden

1. Erfenis van Piet uit Waalre werd tien jaar verwaarloosd door executeur, een notaris

Met een zekere regelmaat komen er zaken in het nieuws over erfenissen met testamentair executeurs die hun werk niet goed doen, buitensporige bedragen declareren of geld verduisteren.1 Vanaf januari 2025 is er landelijk aandacht voor een erfenis die al tien jaar lang niet wordt afgehandeld. Het Eindhovens Dagblad bericht in een reeks artikelen over een huis in een woonbuurt in Waarle dat verloedert, omdat een notaris die in het testament als executeur is benoemd, te weinig doet. Twee journalisten zijn in de zaak gedoken en halen allerlei feiten boven water, waardoor de geschiedenis zich met steeds meer details ontvouwt.2

De erfenis van Waalrenaar Piet was tien jaar na zijn overlijden nog niet verdeeld. De goede doelen die hij als enige erfgenamen had aangewezen, waren door de notaris uit het dorp al die tijd niet geïnformeerd en lopen daardoor al jaren enkele tonnen mis.

De journalisten spraken met de gemeente, daar probeert men al jaren de executeur-notaris onder druk te zetten met maatregelen uit het bestuursrecht. Zonder resultaat. De afdeling Onbeheerde boedels van het Ministerie van Algemene zaken schreef de notaris aan, zonder gevolg. Aan twee hoogleraren is commentaar gevraagd en zij geven hun mening over het gedrag van de notaris. Maar ze vertellen niets over mogelijkheden voor belanghebbenden zoals omwonenden, nabestaanden of de gemeente, om afhandeling van een erfenis in beweging te brengen als de executeur zijn werk niet doet. Dat verbaast. Want één hoogleraar is redacteur van het Handboek Boedelafwikkeling,3 en de ander was zelf dertig jaar notaris bij een groot kantoor, hoofddocent bij een postacademische opleiding voor notaris, advocaat en belastingadviseur met boedelafwikkeling als programma-onderdeel en docent verdiepingscursus ‘Praktische afwikkeling van nalatenschappen’.4 Hadden ze alle twee helemaal niets paraat om erfgenamen, buren of gemeente uit te leggen welke stappen ze kunnen zetten om de afhandeling uit het slop te trekken?

Dit is niet de enige zaak waar een executeur niets deed en de afwikkeling erfenis jaren stil lag omdat niemand de juiste maatregelen nam. In 2022 kwam een zaak voor de rechter over een nalatenschap met een batig saldo van 500.000,- waar de advocaat van de erfgename procedures startte procedures die nergens toe voerden … ↓

Uiteindelijk bleek de executeur al het geld te hebben opgemaakt met gokken. Dat had wellicht kunnen worden voorkomen als in een vroeg stadium bij de kantonrechter om ontslag van de executeur was gevraagd. Met schorsing van de zittend executeur hangende de procedure en benoeming van een tijdelijk plaatsvervanger. Dan had de erfgenaam bij de notaris een verklaring van erfrecht kunnen vragen waarin de beschikking kantonrechter is verwerkt, en daarmee had het houderschap van de executeur, en de exclusieve bevoegdheid om de erfgename in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kunnen worden overgedragen op een ander.5

In de zaak van Piet uit Waalre had de kwestie al jaren geleden kunnen worden gemeld bij het Openbaar Ministerie (OM). Het OM mag op grond van de wet erfrecht zelf een ontslagverzoek indienen bij de kantonrechter om een executeur die zijn of haar werk niet goed doet, uit de functie te zetten – en als dit in het testament is opgenomen, een nieuwe executeur te benoemen. Ook had de gemeente, de afdeling Onbeheerde boedels van het Ministerie van Algemene Zaken of het Bureau Financieel Toezicht een signaal kunnen afgeven aan de kantonrechter die bevoegd is om over de afwikkeling van de nalatenschap beslissingen te nemen. Dat is de rechter van het ‘arrondissement’ (de rechtspraakregio) waar erflater zijn laatste woonplaats had. De wet erfrecht geeft deze kantonrechter de bevoegdheid om op eigen initiatief te beoordelen, of er voldoende gewichtige redenen zijn om een executeur te ontslaan. In dat kader kan de kantonrechter de dienstdoende executeur schorsen en een voorlopige voorziening treffen voor de duur van de procedure. Deze mogelijkheden worden niet vaak gebruikt, omdat de erfgenamen meestal bekend zijn en ze weten dat ze erfgenaam zijn. Zij starten dan de ontslagprocedure. Maar het wekt grote verwondering dat er in tien jaar tijd niet één specialist is geweest die hier een bruikbaar, effectief en praktisch advies kon geven om afhandeling van de erfenis vlot te trekken. En wel op een moment dat de kosten nog niet zo hoog waren opgelopen. De zaak van Piet uit Waalre zegt iets over de kwaliteit van het erfrecht-onderwijs in Nederland.

Over dit onderwerp blijkt geen informatie op serieuze websites te vinden en ook deskundigen en instanties zaten kennelijk met de handen in het haar. Dus ging ‘Erfrecht voor iedereen’ aan de slag in het algemeen belang. Er zijn door juridisch deskundigen meer dan twintig stappen, acties en rechtsmiddelen verzameld voor erfgenamen, buren, omwonenden, nabestaanden, schuldeisers en andere belanghebbenden als de gemeente, om beweging te brengen in de afwikkeling van een erfenis (nalatenschap) met een executeur die de wettelijke taken niet uitvoert. Veel acties zijn ook te gebruiken voor het geval een erfgenaam niets doet, onvindbaar is of onbereikbaar.

Update – De notaris die in de zaak van Piet uit Waarle als executeur fungeerde, is in maart 2025 door de tuchtrechter in eerste instantie uit zijn ambt gezet. Op klacht van de organisatie die toezicht houdt op het notariaat in het kader van de anti-witwasregeling.6 Een bijzonder zware maatregel die mogelijk in hoger beroep door de rechter voor niet proportioneel en niet doeltreffend zal kunnen worden gehouden.7 Dit was niet de juiste en passende procedure, omdat het eraan ten grondslag liggende probleem er niet mee kan worden opgelost. De notaris kan executeur blijven als hij uit het ambt van notaris is gezet. Dat heeft de notaris uiteindelijk niet gedaan. Hij heeft de functie overgedragen aan een ander – het testament bood daarvoor de mogelijkheid. Ook is aangeboden alle schade te vergoeden en er is ook daadwerkelijk ruim voldoende bedrijfsvermogen aanwezig om dat aanbod waar te kunnen maken.8

2. Welke bevoegdheden heeft een erfrechtelijk executeur?

Het is een groot misverstand dat een moderne testamentair executeur alle macht heeft. Dat was zo in de middeleeuwen, in streken waar de rooms-katholieke kerk veel invloed had. Volgens het katholiek kerkrecht mocht door de erflater een kerkelijk ambtenaar worden benoemd om na overlijden de erfenis in zijn of haar naam af te wikkelen. Maar deze archaïsche rechtsfiguur heeft nooit bestaan in het seculier Nederlands recht en de testamentuitvoerder die het Burgerlijk Wetboek van 1838 kende, is in het huidige Nederlandse recht afgeschaft.

zie: Executeur-testamentair is afgeschaft in Nederlands erfrecht

Erfgenamen hoeven na overlijden ook niet te wachten tot ze bericht krijgen van een notaris of executeur, ze zijn direct na overlijden ‘van rechtswege’ zelf bevoegd om beslissingen over de nalatenschap te nemen en om actie tegen de executeur te ondernemen. Dat is zo, omdat de eigendom aan het eigen vermogen van de erflater in Nederland bij overlijden van rechtswege (‘automatisch’) overgaat op de in de wet of het testament benoemde erfgenamen. Na overlijden hebben de erfgenamen het meest omvattende recht aan de nalatenschap en zij mogen hun eigendomsrechten direct na overlijden uitoefenen. Er zijn in Nederland geen rechtshandelingen nodig om de eigendom rechtmatig te verkrijgen of om het erfgenaamschap te activeren. Ook niet van een notaris of executeur. Wel kan door erfgenamen de keuze worden gemaakt om het erfgenaamschap te verwerpen, zuiver te aanvaarden (als er meer schulden dan baten zijn moet privé worden bijbetaald), of om privé aansprakelijkheid voor de schulden uit te sluiten door beneficiair te aanvaarden.

Als er een testament is, en daarin is een executeur benoemd, gelden er voor de erfgenamen enkele beperkingen op het uitoefenen van hun eigenaarsbevoegdheden, zolang niet alle ‘schulden der nalatenschap‘ zijn voldaan (art. 4:144 lid 1 BW jo. art. 4:7 BW en art. 4:145 lid 1 BW).

Het begrip ‘schulden van de nalatenschap’ dat de wet erfrecht gebruikt, is verwarrend omdat een nalatenschap uit de aard der zaak alleen uit alle goederen en rechten bestaat die erflater (in eigendom) toebehoorden. De eigendom gaat bij overlijden automatisch over op de erfgenamen, zo staat het in de wet. Het geld van een schuld hoort andere(n) in eigendom toe, de schuldeiser, en kan daarom niet tot de nalatenschap horen. Een schuld gaat strikt genomen bij overlijden niet in eigendom van de schuldenaar over op diens erfgenamen. Wat op de erfgenamen kan overgaan, is het zijn van partij bij overeenkomsten in plaats van overledene. Volgens het algemene vermogensrecht en verbintenissenrecht worden erfgenamen opvolgend partij bij overeenkomsten die erflater bij leven heeft gesloten en die niet door diens dood zijn tenietgegaan. Schulden bestaan op grond van overeenkomsten. Een executeur wordt niet opvolgend partij bij de overeenkomsten waaruit schulden zijn ontstaan. De wet legt op een executeur de verplichting, namens de erfgenamen bepaalde verplichtingen uit overeenkomsten na te komen. Daarnaast moet de executeur schulden voldoen die ontstaan door het overlijden (uitvaartkosten, erfbelasting) en die ontstaan op grond van een testament (bijvoorbeeld uit legaten, legitieme portie, testamentaire lasten). De wet erfrecht geeft een limitatieve opsomming van de schulden die de executeur moet voldoen (art. 4:7 BW).

Bij een executeur die zijn of haar werk niet goed doet, hoeven erfgenamen en andere belanghebbenden dus niet af te wachten tot de executeur aan het werk gaat! Integendeel, erfgenamen zijn bij overlijden de nieuwe eigenaren van het eigen vermogen van overledene geworden. Bij (beneficiaire) aanvaarding zijn de erfgenamen eindverantwoordelijk voor het voldoen aan de verplichtingen die met het erfgenaamschap samenhangen.

Bedenk dat er geen (strafrechtelijke) sancties staan op het overtreden van regels uit het erfrecht of uit een testament.9 Er is geen erfrechtpolitie of ordehandhaver die bij mensen op de stoep staat wanneer ze zich niet aan de wettelijke regels houden die gelden als er een executeur is benoemd die de functie heeft aanvaard. Bovendien bestaat er al decennia lang discussie binnen het notariaat over de regels die in een testament voor de executeur en bewindvoerder rechtsgeldig zijn en welke niet. Veel notarissen denken dat je in een testament alle rechten van de erfgenamen kunt inperken ten gunste van een zogenaamde ‘driesterrenexecuteur’. Dat is een executeur die in een testament ook tot bewindvoerder is benoemd, met als opdracht de hele nalatenschap af te wikkelen. Veel notarissen doen het voorkomen alsof zulke testamentaire bepalingen zonder meer rechtsgeldig zijn en nemen ze over in een verklaring van erfrecht.

► zie: Afschrikbewindvoerder en eigensomsrecht – rol van de notaris

Anderen denken dat de geldigheid van zulke bepalingen afhankelijk is van de omstandigheden van het geval (‘situatieve beschikkingsbevoegdheid’). Door erfrechtjuristen die niet betrokken zijn bij het notariaat, de estate planning en de executeursbranche, wordt er over het algemeen van uitgegaan dat zogenaamde ‘driesterrenbepalingen’ in een testament nietig zijn. Dat komt doordat er met de invoer van het huidige erfrecht geen wettelijke mogelijkheid meer bestaat, om bij testament aanwijzingen te kunnen geven voor afwikkeling en verdeling van de nalatenschap.

zie: Wat zegt de wet over de afwikkelingsbewindvoerder?

En het erfrecht kent sinds 2003 een ‘gesloten stelsel’ van uiterste wilsbeschikkingen. De betekenis daarvan is, dat niet alle bepalingen in een testament rechtsgeldig zijn, maar alleen die bepalingen die onder een in de wet genoemde uiterste wilsbeschikking vallen. Het moderne erfrecht kent geen uiterste wilsbeschikking voor scheiding en deling van de erfgemeenschap. In een testament kan alleen een procentuele verhouding worden gegeven voor de erfdelen – er kan niet ook worden bepaald, wie welk goed uit de erfenis toebedeeld krijgt (anders dan door middel van een legaat.)

zie: Testament maken of erfenis verdelen? Ken het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen!

Het Nederlandse vermogensrecht kent ook een ‘gesloten systeem’ van eigendomsrechten die overdraagbaar zijn. Het goederenrecht kent geen beperkt zakelijk recht (eigenaarsrecht) om een goederengemeenschap die anderen in (mede-)eigendom toebehoort, te mogen scheiden en delen. Verder kan een eigendomsrecht niet tijdelijk op een ander worden overgedragen, deze regel is in 1992 ingevoerd en heet het fiduciaverbod (art. 3:82 BW). Inperkingen op eigendomsrechten van erfgenamen op grond van art. 4:171 BW zijn in strijd te achten met het ongestoord genot van eigendom, beschermd als grondrecht in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).10

3. Testamentair executeur doet niets of te weinig, hoe kunnen anderen ingrijpen?

Deze stappen, acties en rechtsmiddelen kent de wet voor erfgenaam, legataris, schuldeiser en andere belanghebbenden als gemeente en omwonenden, wanneer een executeur zijn werk niet goed doet

Hieronder zijn acties verzameld die er in theorie bestaan. Meestal moeten in er in een concreet geval enkele acties uit de opsomming worden gecombineerd om beweging in de afwikkeling van een nalatenschap te krijgen, in een bepaalde volgorde. De nummering is gekoppeld aan het aantal acties; er is geprobeerd ze in een zekere logische tijdsvolgorde te plaatsen. Maar het feitelijk te gebruiken stappenplan zal afhangen van de specifieke situatie.

1 Uitzoeken: is er een rechtsgeldig testament ja of nee

Om er als omwonenden of gemeente achter te komen of er erfgenamen zijn, moet worden uitgezocht of er een testament is. Want daar kunnen andere erfgenamen zijn benoemd dan de wet kent. Is er een testament gemaakt, gelden de erfgenamen die in het testament staan, is er geen testament gemaakt, gelden de erfgenamen die in de wet staan.11

Er is in Nederland een Centraal Testamentenregister (CTR), dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Notariële Broederschap (KNB). en de wet zegt dat ‘eenieder’ daar mag navragen of een overleden persoon een rechtsgeldig testament heeft gemaakt (art. 6 Wet CTR). In het CTR is alleen geregistreerd óf iemand een testament heeft gemaakt en zo ja, van welke datum het was en welke notaris dat in bewaring heeft. Heeft een persoon meerdere testamenten gemaakt, wordt alleen het laatste testament hier geregistreerd. Men kan een notaris vragen dit na te kijken, of men kan zelf gratis een – online – aanvraag indienen. Overleed iemand na 30 september 1994 in Nederland en woonde deze persoon in Nederland? Dan staan de gegevens online in het CTR. In andere gevallen moet bij het CTR schriftelijk een aanvraag worden gedaan.

digitaal aanvragen of een overledene een testament heeft gemaakt

aanvraagformulier Centraal Testamentregister

In het CTR staat niet wie de erfgenamen zijn, wat de inhoud is van een testament en wat de erfenis is. Voor de inhoud van het testament kunnen belanghebbenden terecht bij de notaris die het testament in bewaring heeft. Deze actie is er voor personen, organisaties en bedrijven die menen dat ze erfgenaam, executeur, bewindvoerder, legataris, lastnemer of last-bevoordeelde zouden kunnen zijn, of voor mogelijke schuldeisers van de overledene.

Is er een testament, kunnen belanghebbenden aan elke notaris in Nederland opdracht geven het testament op te vragen bij de passerend notaris, en om na te laten kijken of ze in het testament zijn opgenomen. (Rechts)personen die worden genoemd in een rechtsgeldig testament, kunnen na identificatie bij de notaris een kopie van het testament toegestuurd krijgen, dan wel van het deel dat voor hen van belang is. Hier zijn kosten aan verbonden. Personen die niet worden genoemd in een testament, maar wel een belang hebben, zoals een kind of kleinkind (legitimaris) dat is onterfd of een schuldeiser van overledene, kunnen na identificatie ook een afschrift krijgen van het deel dat voor hen van belang is. De gemeente of het Openbaar Ministerie zou een afschrift kunnen krijgen van het deel waar de erfgenamen zijn genoemd en van het deel met de executeursbenoeming.

Is er geen rechtsgeldig testament, zijn de personen erfgenaam die in de algemene wettelijke regeling voor erfopvolging zijn genoemd (‘versterfrecht’).

2 Verklaring van erfrecht / executele

Om te kunnen bewijzen wie erfgenaam is en of er een executeur is benoemd of een testamentair bewind is ingesteld, is een zogenaamde Verklaring van erfrecht nodig. Dat is een officiële akte van bevindingen, opgemaakt door een notaris. De notaris gaat op onderzoek uit en probeert vast te stellen wie de erfgenamen zijn en welke andere personen een rol hebben bij afwikkeling van de nalatenschap.

Twee groepen (rechts)personen kunnen elke notaris in Nederland opdracht geven een verklaring van erfrecht op te stellen. De eerste groep zijn de personen die in de wet of in het testament zijn aangewezen als erfgenaam, en alle personen die een rol hebben in een testament, zoals legataris, onterfd legitimaris, executeur, bewindvoerder, lastnemer of last-bevoordeelde enzovoorts. De twee groepen zijn (rechts)personen die er belang bij hebben om te weten wie de erfgenamen van de overledene zijn, en of er een executeur of bewindvoerder is benoemd die een of meer erfgenamen vertegenwoordigt. Tot deze groep horen schuldeisers, maar het kunnen ook buren zijn, of de gemeente.

Iedereen die tot een van beide groepen behoort, kan een willekeurige notaris in Nederland vragen een verklaring van erfrecht op te stellen. Dat is een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de nalatenschap. De notaris controleert of de persoon die de aanvraag doet, daartoe bevoegd is. Vraag de notaris in de verklaring van erfrecht op te laten nemen waar en wanneer erflater is overleden, wie erfgenaam is, voor welk deel, of er een executeur is benoemd en/of een testamentair bewind is ingesteld, of de executeur en/of bewindvoerder de functie heeft aanvaard, welke bevoegdheden de executeur of bewindvoerder heeft volgens de wet en volgens het testament, of er een langstlevend of vooroverleden partner is uit huwelijk of registratie, of er mensen op hetzelfde adres stonden ingeschreven met wie overledene samenwoonde en of er in de openbare registers zaken zijn opgenomen die overledene in (mede-)eigendom toebehoorden. Ook is verstandig expliciet opdracht te geven om een mening te geven over de rechtsgeldigheid van alle testamentaire bepalingen op de dag van overlijden. Hier zijn kosten aan verbonden.

Met een verklaring van erfrecht kunnen erfgenamen tegenover derden bewijzen dat ze erfgenaam zijn en daarmee dat ze de nieuwe eigenaren van het eigen vermogen van overledene zijn – en opvolgend partij bij overeenkomsten die niet met de dood teniet zijn gegaan.

3 Erfkeuze

Erfgenamen die in actie willen komen, doen er verstandig aan om eerst hun erfkeuze te maken (art. 4:190 BW). Want iemand die volgens de wet en/of een testament erfgenaam is, kan na overlijden de erfenis aanvaarden door zich ‘ondubbelzinnig en zonder voorbehoud’ te gedragen als erfgenaam (art. 4:192 lid 1 BW). Voor zuiver aanvaarden is geen officiële handeling vereist. De rechter gaat er in de regel van uit dat men zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als erfgenaam gedraagt, wanneer in de eerste drie maanden na overlijden schulden worden voldaan of wanneer er spullen uit de nalatenschap worden verdeeld.

Is een officiële erfkeuze gemaakt die niet een zuivere aanvaarding is, dan kunnen handelingen niet gezien worden als daden van aanvaarding (art. 4:191 BW). Voor beneficiaire aanvaarding en voor verwerping van een erfenis, moet een verklaring worden afgegeven bij de griffie van de rechtbank (sector kanton) in de rechtspraakregio (‘arrondissement’) van het ‘sterfhuis’ (art. 4:184 BW).

Een erfgenaam die (beneficiair) heeft aanvaard, kan van de andere erfgenamen en van eventuele legitimarissen en legatarissen verlangen dat ze bekendmaken of ze de erfenis of het legaat aannemen of verwerpen. Komt er geen reactie, kan de kantonrechter worden gevraagd een termijn vast te stellen. Wordt niet tijdig gereageerd, gaat de wet ervan uit dat de andere erfgenaam ook zuiver, c.q. beneficiair heeft aanvaard (art. 4:192 BW).

Denk er bij verwerpen van de erfenis aan, tegelijkertijd een beroep te doen op de legitieme portie als u tot de kring van personen hoort die daarop aanspraak kunnen maken (art. 4:63 BW). Men kan later besluiten de aanspraak – niet volledig – door te zetten, maar omgekeerd kan er na verstrijken van de termijn geen aanspraak meer worden uitgeoefend, behoudens uitzondering.

zie: Keuzemogelijkheden bij erfenis: aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen

Als door een of meer erfgenamen beneficiair wordt aanvaard, moeten de schulden worden vereffend volgens de wettelijke regels, tenzij de executeur aantoont dat de boedel ruimschoots voldoende middelen heeft om de in art. 4:7 BW opgesomde schulden die opeisbaar zijn, te voldoen.

zie: Vereffening nalatenschap (erfenis) onder toezicht rechter

4 Verzegelen goederen nalatenschap

Erfgenamen, de langstlevende partner uit huwelijk of geregistreerd partnerschap, werknemers van overledene, mensen die met hem*haar samenwoonden, de executeur, bewindvoerder, vereffenaar en schuldeisers, kunnen de kantonrechter verlof vragen een notaris op te dragen om zaken van de nalatenschap te verzegelen en een bewaarder aan te stellen (art. 658 e.v. Rv). De rechter benoemt een notaris die de goederen van de nalatenschap moet inventariseren en beschrijven in een ‘proces-verbaal van bevindingen’ en dan van zijn zegel moet voorzien. In het proces-verbaal worden ook de zaken opgenomen die niet zijn verzegeld. Boeken en papieren die van belang worden geacht, kunnen naar een veilige bewaarplaats worden gebracht.

De procedure tot verzegeling wordt niet vaak meer gebruikt, maar kan precies het juiste middel zijn om goederen uit een nalatenschap na overlijden – enigszins – te beschermen. Er is snel een boedelbeschrijving; belangrijke papieren worden veilig gesteld en voor de actie is geen advocaat nodig. Een andere manier om de nalatenschap te beschermen is de procedure tot (bewarende) beslaglegging. Deze moet bij de rechtbank gevoerd worden en daar is wel een advocaat voor nodig.

5 Legitieme portie

Een kind of kleinkind van de overledene in de zin van het familierecht, kan aanspraak maken op een minimumdeel van de erfenis in contante waarde, de legitieme portie genoemd. Personen die daarop aanspraak kunnen maken, worden ‘legitimaris’ genoemd.12 Krijgt een legitimaris bij testament minder toebedeeld dan het wettelijk minimum (‘legitieme portie’), kan deze bij de erfgenamen of bij de executeur aanspraak maken op het wettelijk minimum. Is een legitimaris in een testament als erfgenaam benoemd, maar wil hij*zij de erfenis verwerpen, moet tegelijkertijd een beroep worden gedaan op de legitieme.

► verder lezen: Prof. mr. J.W.A. Biemans, Vermogens- en beslagrechtelijke kanttekeningen bij de legitieme portie als wilsrecht (2024).

Let op: er is ook het woord ‘legataris’. Dat betekent iets anders. Het is afgeleid van ‘legaat’.

zie: Legaat in het Nederlands erfrecht

6 Executeurschap aanvaarden

Erfgenamen, schuldeisers en andere belanghebbenden kunnen de executeur vragen om het executeurschap te aanvaarden of te verwerpen. Geef de executeur een termijn waarbinnen gereageerd moet worden. Reageert de executeur niet schriftelijk, dien dan een verzoek in bij de kantonrechter om een termijn te bepalen waarbinnen de executeur de keuze moet maken.

7 Rechten van erfgenamen

Erfgenamen zijn door overlijden eigenaar geworden van het eigen vermogen van de overledene, en dus van een woning in de nalatenschap, van de inboedel en administratie en van het geld op de bank. Aan erfgenamen kan daarom de toegang tot de woning niet worden geweigerd. Als er huurders of krakers zijn, of antikraakwacht, moet wel de reden worden opgegeven en moet van hen toestemming worden verkregen. Als er nog inboedelgoederen van overledene in de woning aanwezig kunnen zijn, mag toegang niet worden geweigerd. Wel kan gevraagd worden om op een ander tijdstip terug te komen.

Erfgenamen hebben daarom ook het recht de papieren in te zien en bij instellingen als een bank, of bedrijven als Facebook en Google, gegevens op te vragen.

Let op: er wordt vaak geschreven dat ‘de nabestaanden’ deze rechten hebben, maar dat is juridisch onjuist. Het gaat alléén om de erfgenamen. Er wordt ook vaak geschreven dat alleen de executeur deze rechten heeft. Ook dat is onjuist. De executeur heeft als maximale wettelijke opgaven, het beheer van de goederen van de nalatenschap en een spoedige voldoening van de schulden genoemd in art. 4:7 BW die opeisbaar zijn. De executeur mag echter geen ‘bezit nemen’ van de goederen en de erfgenamen verbieden gebruik te maken van hun rechten op de goederen, voor zover ze daarmee een zorgvuldig beheer en de voldoening van schulden niet doorkruisen.

8 Boedelbeschrijving

Is bewijsbaar duidelijk dat het executeurschap is aanvaard, kunnen erfgenamen, legitimarissen, legatarissen en schuldeisers de executeur vragen om binnen een bepaalde termijn een inventarisatie van de nalatenschap te maken, met waardebepaling. Dat wordt boedelbeschrijving genoemd (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Derde Boek, Eerste titel, Derde afdeling). Doe dat op een manier die de rechter kan accepteren als bewijs, en zet er een redelijke termijn bij waarbinnen de executeur moet reageren. Bedenk dat in een rechtszaak de andere partij alles kan ontkennen, en dat het er daarbij niet toe doet of dat redelijk is of niet.13

Erfgenamen kunnen als deelgenoten van de erfgemeenschap zelf onderzoek (laten) doen naar de bestanddelen van de nalatenschap en naar de administratie (overeenkomsten die overledene heeft afgesloten, met rechten en verplichtingen) – ofwel zelf een boedelbeschrijving opstellen. Dat is volgens de wet erfrecht een verplichting van de executeur, maar het is geen exclusieve bevoegdheid van de executeur. Volgens de regels van het algemene vermogensrecht is dat ook een verplichting van de deelgenoten van de erfgemeenschap.

9 Registergoederen laten overschrijven

Een of meer erfgenamen kunnen aan een willekeurige notaris in Nederland vragen, registergoederen op naam van de overledene te laten overschrijven in de openbare registers op naam van de gezamenlijke erfgenamen. In de zaak van Piet uit Waarle, kunnen de daartoe bevoegde personen van de Kerk en de Stichting die tot erfgenamen zijn benoemd, het huis op de namen van hun organisaties laten overschrijven. Dat is geen beheers- of beschikkingshandeling, want de eigendom is bij overlijden al van rechtswege van overledene op de erfgenamen overgegaan.

Erfgenamen hebben de bevoegdheid, de hen in eigendom toebehorende goederen in bezit te nemen. Een executeur onder nieuw recht, kan niet meer rechtsgeldig het bezit van de nalatenschap worden gegeven; een executeur mag het ‘houderschap’ uitoefenen. Erfgenamen kunnen de eventuele bewoner(s) van een huis in de nalatenschap op de hoogte stellen dat zij de nieuwe eigenaren zijn.

10 Informatie vragen aan executeur

Erfgenamen kunnen de executeur vragen hen alle inlichtingen te verstrekken. De executeur heeft een wettelijke informatieplicht om de erfgenamen in te lichten over hun vragen met betrekking tot de uitoefening van zijn taak (art. 4:148 BW). Deze geldt ook als daarover niets in het testament staat, of als in het testament staat dat de erfgenamen niet hoeven te worden ingelicht. Het is een dwingendrechtelijke regel uit de wet, en deze gaan vóór op (daarvan afwijkende of missende) bepalingen in een testament. Erfgenamen moeten wel vragen stellen, en ze mogen ook vragen of er daadwerkelijk lang niets is gedaan, en waarom niet.

11 Executeur is vertegenwoordiger gezamenlijke erfgenamen

Een testamentair executeur is vertegenwoordiger van alle erfgenamen gezamenlijk (deelgenoten in de erfgemeenschap) en mag als hun vertegenwoordiger de handelingen verrichten waarvoor instemming van alle erfgenamen vereist is – het gaat om een ondeelbare rechtsverhouding. Niet alle handelingen moeten door de erfgenamen gezamenlijk worden verricht. Een erfgenaam mag alleen alle handelingen verrichten in het dagelijks beheer van de erfgemeenschap, en handelingen die geen uitstel dulden (art. 3:170 BW).

12 Machtiging kantonrechter vragen

Een erfgenaam kan een verzoek bij de kantonrechter indienen, om zelf beheershandelingen te mogen verrichten, voor deze rechtszaak is geen advocaat verplicht. De plaats van overlijden bepaalt de plaats van de rechtbank die bevoegd is de zaak in behandeling te nemen.14

13 Beheersregeling (laten) vaststellen

De erfgenamen kunnen samen een beheersregeling afspreken waar de executeur niet nodig is. Een of meer erfgenamen kunnen de kantonrechter verzoeken, om de beheersregeling vast te leggen, of om een daarvan afwijkende beheersregeling te bepalen. Daarbij kan ook een beheerder worden bepaald. Het verzoek moet worden ingediend bij de rechter die bevoegd is in de rechtspraak-regio van de laatste woonplaats van overledene. Voor deze rechtszaak is geen advocaat verplicht.

14 Verzoek ontslag executeur

Wie mogen een executeur ontslaan? Het ontslag kan alleen gebeuren door de rechter. Maar er zijn verschillende groepen mensen die een verzoek tot ontslag kunnen doen. Een erfgenaam, het Openbaar Ministerie en een mede-executeur kunnen bij de kantonrechter een verzoek tot ontslag van de executeur indienen (art. 4:149 BW). Het Openbaar Ministerie kan dat doen als er een algemeen belang speelt. De kantonrechter kan ook op eigen initiatief, dat heet ‘ambtshalve’, een executeur ontslaan. Zodra de zaak aanhangig is, kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen treffen en/of de (stil)zittende executeur schorsen en tijdelijk een vervanger benoemen (art. 4:149 lid 2, laatste volzin BW)

Kijk in het testament of een vervangend executeur kan worden benoemd. Dat kan een van de erfgenamen zijn. In de erfenis van Piet uit Waarle lijkt dit een stap voor de gemeente, het bureau onbeheerde boedels van het Rijksvastgoedbedrijf (ja, er is officieel een executeur, maar deze beheert niet) of een erfgenaam.

15 Executeur voldoende middelen ter beschikking stellen

Een erfgenaam kan aan de executeur voldoende middelen ter beschikking stellen (niet uit de nalatenschap) om de opeisbare schulden genoemd in art. 4:7 BW te voldoen. De executeur mag vanaf dat moment geen gebruik meer maken van de bijzondere bevoegdheden uit de wet (art. 4:150 lid 3 BW). Deze actie moet vooraf goed overwogen worden, zodat een erfgenaam zichzelf niet opzadelt met verplichtingen die boven de baten uitgaan.

16 Vereffenaar laten benoemen

Een erfgenaam kan de rechtbank vragen om een vereffenaar te benoemen, ook als geen sprake is van een beneficiaire aanvaarding. Daar zijn geen inhoudelijke eisen aan gesteld. Ook (andere) belanghebbenden of het Openbaar Ministerie kunnen dat doen (art. 4:203 BW en art. 4:204 BW).
Voorbeeldbrief bij Infotaris.

17 Zekerheden stellen

Is door een of meer erfgenamen beneficiair aanvaard, kan de kantonrechter (ambtshalve of op verzoek) een erfgenaam gelasten zekerheden te stellen voor het beheer en nakoming van andere verplichtingen (art. 4:199 lid 1 BW). Erfgenamen kunnen de eigendomsbeperkingen die de benoeming van een executeur meebrengt opheffen, door zich garant te stellen voor voldoening van de schulden genoemd in art. 4:7 BW (art. 4:150 lid 3 BW). Vanaf dat moment is de executeur volgens de wet niet meer beheersbevoegd. Niet veel mensen die in de erfrechtpraktijk werken, kennen deze regel.

18 Afwezigheidsbewind

Een mogelijkheid die het familierecht biedt, Boek 1 Burgerlijk Wetboek, is het zogenaamde afwezigheidsbewind. Als iemand zijn*haar woonplaats heeft verlaten, onvindbaar is of onbereikbaar, en niet voldoende heeft geregeld voor het bestuur over zijn goederen, kan de kantonrechter een voorziening voor vertegenwoordiging treffen als daar noodzakelijkheid toe bestaat (art. 1:409 BW). Er kan dan een bewindvoerder worden aangesteld, dat kan een professional zijn, maar ook een van de andere erfgenamen. Het verzoek kan worden gedaan door belanghebbenden en het openbaar ministerie. Deze regeling wordt gebruikt als een erfgenaam (executeur) of legataris onvindbaar is of niet bereikbaar.

De persoon die wordt aangewezen als bewindvoerder, kan namens de onvindbare of onbereikbare erfgenaam meewerken aan de afwikkeling van de erfenis. Een beroepsmatig bewindvoerder mag kosten in rekening brengen bij de andere erfgenamen. Deze kosten komen ten laste van het erfdeel van de onvindbare erfgenaam. Het erfdeel waarop deze erfgenaam recht heeft, zal moeten worden omgezet in een geldbedrag. Dat wordt door de bewindvoerder na de scheiding en deling nog enige tijd vastgehouden in verband met mogelijke claims. Na verloop van tijd moet het saldo worden overgemaakt naar de consignatiekas van de Staat, waar het erfdeel tot twintig jaar na overlijden wordt bewaard en door de erfgenaam kan worden opgeëist.

19 Rechtsvordering instellen door erfgenaam

Iedere erfgenaam is als deelgenoot van de erfgemeenschap bevoegd, op eigen naam een rechtsvordering in te stellen, of een verzoek in te dienen, ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak ten behoeve van de gemeenschap (art. 3:171 BW). Dit is een regel uit het algemene vermogensrecht, waar het erfrecht een deel van is. Voor vorderingen tegen derden is niet vereist, dat deze op de voet van art. 3:170 lid 2 BW door de deelgenoten gezamenlijk worden ingesteld, mits de deelgenoot die alleen optreedt kenbaar maakt, dat hij in zijn hoedanigheid voor de gezamenlijke, zo veel met name te noemen, deelgenoten optreedt.15 Dit kan in beginsel alleen tegenover derden, tenzij de vordering of het verzoek ten behoeve van de gemeenschap tegen een deelgenoot niet in de verdeling van de gemeenschap kan worden betrokken ingevolge art. 3:184 en 3:185 BW.16 De uitzondering geldt dus als de weg van art. 3:184 respectievelijk 3:185 BW niet kan worden bewandeld. Alleen dan kan een deelgenoot ingevolge art. 3:171 BW ook een vordering of verzoek ten behoeve van de gemeenschap tegen een andere deelgenoot instellen.

20 Onderbewindstelling goederen in het algemeen belang

Als het genot, gebruik en beheer van goederen die tot een gemeenschap horen, niet in goed overleg kan worden geregeld, kan de kantonrechter worden verzocht een regeling te treffen, ‘zo nodig met onderbewindstelling van de goederen’ (artikel 3:168 lid 2 BW). Daarbij moet ‘naar billijkheid’ rekening worden gehouden ‘met zowel de belangen van partijen als met het algemeen belang’. De toetsingsmaatstaf ‘algemeen belang’ is in de wet gegeven. De kantonrechter is aan een ander richtsnoer is gebonden dan deelgenoten, die ingevolge art. 3:166 lid 3 BW alleen zijn onderworpen aan de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dat heeft ermee te maken, dat instellen van een bewind beknotting van eigendomsrechten meebrengt, welke alleen kan worden gerechtvaardigd als het gebeurt ten dienste van een algemeen belang.17

Flankerende acties

Klacht indienen bij beroepsorganisatie. Is de executeur van beroep notaris, advocaat, accountant of register- belastingadviseur, kan op grond van de officiële beroepsregels die voor deze beroepen gelden, een klacht worden ingediend.

Doet een notaris dienst als executeur, kunnen direct belanghebbenden een klacht indienen, maar kan er ook een klacht worden ingediend in het algemeen belang. In de zaak van Piet uit Waalre heeft een orgaan dat toezicht houdt op naleving van de Wet financieel toezicht (Wft) op deze grond een klacht ingediend.18 Er is in de rechtspraak nog niet uitgekristalliseerd wie een klacht in het algemeen belang mag indienen. Er ligt een recente tuchtrechtuitspraak van de notariskamer over een geval waar een erfgenaam een klacht indiende die zich zorgen maakte over financieel ouderenmisbruik. De tuchtrechter overwoog dat klachten in het algemeen belang op de voet van art 99 Wet op het Notarisambt alleen kunnen worden ingediend door een organisatie die het behartigen van een algemeen belang als doelstelling heeft.19 De notariskamer Amsterdam gaf in 2019 als rechtsregel:20

Hoewel het belanghebbendenbegrip ruim moet worden uitgelegd, is de kring van belanghebbenden niet zo wijd dat eenieder in het kader van het algemeen belang van bescherming van de rechtszekerheid en het vertrouwen in het notariaat een klacht kan indienen. De enkele omstandigheid dat klagers (bestuursrechtelijke) procedures hebben gevoerd, daartoe genoodzaakt op grond van een terugtredende overheid die burgers oproept om aan de participatiesamenleving deel te nemen en dat zij in de diverse regionale kranten hebben getracht te protesteren tegen de wijziging van genoemde perceelsgrenzen, maakt naar het oordeel van de kamer nog niet dat daarmee een afgeleid belang voor klagers is gecreëerd.

Werkt een accountant als executeur, is er de klachtenregeling voor accountants bij de Accountantskamer, met hoger beroep bij het onafhankelijke College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

naar website Accountantskamer over klachtenregeling (met klachtenformulier)

Werkt een register-belastingadviseur (RB) als executeur, dient dat ook op basis van het Reglement Beroepsuitoefening en het Reglement Tuchtrechtspraak te gebeuren. Uitspraken van de Raad van Tucht en de Raad van Beroep worden gepubliceerd.

Compliance officer Arnout van Kempen di CISA schreef een interessant, enigszins contemplatief, artikel over het vervullen van andere functies naast die van belastingadviseur. Door hem genoemde punten en overwegingen kunnen een-op-een overgezet op andere beroepsgroepen die naast het eigen beroep ook als executeur werken.

verder lezen: A.C.M. van Kempen di CISA, Het risico van de fiscalist in ‘randrollen’, Het Register nr. 1, februari 2022.

Ook over de advocaat als executeur kan geklaagd worden. De maatstaven aangelegd in de artikelen 46 en volgende van de Advocatenwet (tuchtrecht) hebben betrekking op het handelen en nalaten van advocaten als zodanig en beogen een behoorlijke beroepsuitoefening te waarborgen. Ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, zoals die van executeur-testamentair of in privé, kan het advocatentuchtrecht gelden. Dat is het geval als er voldoende aanknopingspunten zijn tussen de verweten gedraging en de beroepsuitoefening van advocaat. Als die ontbreken, geldt de maatstaf of de advocaat bij het handelen in die andere hoedanigheid het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Er wordt ‘vol’ getoetst aan het advocatentuchtrecht wanneer gedragingen zodanig ernstig zijn dat daarmee het vertrouwen in de advocatuur ernstig is geschaad. In alle andere gevallen geldt de beperkte maatstaf of de gedraging van de advocaat in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moet worden geacht. Wordt over meer dan één gedraging geklaagd, dan dient voor elke van die gedragingen afzonderlijk beoordeeld te worden of de volle toetsing moet plaatsvinden, dan wel de beperkte toetsing.21 Daarbij is de kernwaarde integriteit van groot belang (art. 10a Advw).

Let op! Recent is in twee zaken door de tuchtrechter overwogen dat een executeur niet de gezamenlijke erfgenamen vertegenwoordigt, maar ‘de nalatenschap’.22

Dit moet als een kennelijke misslag worden beschouwd, getoetst aan wettekst en geldend recht. Op grond van de wet bestaat voor de beheersexecuteur een privatieve vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gezamenlijke erfgenamen, zolang niet alle in artikel 4:7 BW genoemde schulden die opeisbaar zijn, zijn voldaan, of zolang de erfgenamen niet voldoende middelen ter beschikking hebben gesteld om de schulden te voldoen die binnen een jaar na overlijden opeisbaar zijn of worden (art. 4:150 lid 3 BW). Dit is een in het Nederlands recht ongebruikelijke vorm van dwangvertegenwoordiging die eigendomsrechten van erfgenamen inperkt en daarom van rechters een bijzondere houding vraagt. ‘Nalatenschap’ is geen juridische entiteit, het is een begrip uit de wet erfrecht waarmee het geheel aan goederen wordt aangeduid die deel uitmaken van het eigen vermogen van de erflater. Door overlijden is de nalatenschap in eigendom overgegaan op de erfgenaam of erfgenamen. Is er één erfgenaam vermengt de nalatenschap bij overlijden met het eigen vermogen van de erfgenaam, tenzij beneficiair wordt aanvaard, dan vormt de nalatenschap een eigen vermogen totdat de schulden zijn voldaan. Zijn er twee of meer erfgenamen, gaat de nalatenschap bij overlijden in eigendom over op de gezamenlijke erfgenamen en vormt het van rechtswege een onverdeelde ‘eenvoudige goederengemeenschap’ (vermogensrecht). Net zo min als een advocaat kan optreden voor een ‘woonhuis’, een auto, een bankrekening of een sloep, kan een advocaat optreden voor een ‘nalatenschap’. In rechte kan men optreden voor de eigenaren of andere rechthebbenden, niet voor de zaak.

De klacht kan ingediend worden bij de Deken van het arrondissement waar de advocaat is ingeschreven, beroep bij de Raad van Discipline, hoger beroep bij het Hof van Discipline.23

Grote kantoren hebben vaak een eigen klachtenregeling. Het is verstandig de klacht eerst met de executeur te bespreken en met iemand van zijn*haar kantoor volgens de eigen klachtenregeling.

Is een executeur lid van een beroepsorganisatie voor executeurs, kan er ook een klachtenregeling bij deze organisatie zijn. Dat kan een vangnetregeling zijn die pas kan worden gebruikt als andere klachtenregelingen niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Zie bijvoorbeeld: Klacht indienen tegen een NOVEX-lid. NOVEX-leden voldoen vaak niet aan de minimumeisen die worden gesteld aan de bewindvoerder meerderjarigenbewind uit het Familierecht (Boek 1) en die in redelijkheid ook gesteld kunnen worden aan een executeur of bewindvoerder uit het erfrecht (Boek 4).

LET OP – Hoewel dit heel vaak zo wordt beschreven, valt het erfrecht niet onder het familierecht maar onder het vermogensrecht. Bij notariskantoren worden aktes erfrecht ingedeeld bij de familiepraktijk, naast de onroerend goed en ondernemingspraktijk.

zie: Leden organisatie voor executeurs NOVEX vaak niet opgeleid in vermogensbeheer

4. Conclusie

Is er een executeur in een testament benoemd en voert deze de (wettelijke) taken niet goed uit, zijn er juridische middelen om afwikkeling van de erfenis op gang te krijgen. Voor buren, nabestaanden, erfgenamen, legatarissen, schuldeisers en andere belanghebbenden als gemeente of Openbaar Ministerie. Enkele acties zijn niet ingewikkeld en er hoeft geen advocaat aan te pas te komen.

Afhandeling van de erfenis van Piet uit Waalre had daarom al jaren geleden tot een goed einde kunnen zijn gebracht. Het is ronduit zorgelijk dat erfrechtdeskundigen met de handen in het haar zitten. Het geeft te denken dat er tot u toe niemand op het idee is gekomen, gewoon eens in de wet te kijken wat de mogelijkheden zijn …


De nieuwste artikelen in erfrechtblog ‘Lang leve de nalatenschap‘:
Noten
Voetnoten | bronvermeldingen en commentaar
  1. Enkele voorbeelden uit De Gelderlander:
    ° Aandelenportefeuille van hun moeder wordt niet verkocht, waardoor er meer dan 50.000 euro verdampt (2024)
    Een standaard-arrest van de Hoge Raad over de executeur uit 2008 gaat om eenzelfde soort geval,
    ► zie: Standaard arrest erfrecht HR 21 november 2008 | Bevoegdheden en verplichtingen executeur
    ° Denk goed na voordat je een erfenis in handen van een executeur testamentair geeft (2024)
    ° Nuenense notaris loog tegen rechter: Anne van Uden moet boete betalen voor nalatigheid (2023)
    ° Graaiende penningmeester Vrienden van Arnhems verpleeghuis verbraste ook erfenis van 120.000 euro (2021)
    ° Man die erfenis van 118.250 euro verduisterde hoort werkstraf eisen (2017)
    ° Cel geëist tegen Oosterbeker die erfenis van 3 ton liet verdampen (2015). []
  2. Wout van Arensbergen, Bart-Jan van Rooij, ‘Garanties heb je nooit, maar je kunt zelf de kans vergroten dat je erfenis bij de juiste erfgenamen komt‘, De Gelderlander, 27-01-2025: of Notaris uit Waalre deed ook na vier dwingende boetebrieven van gemeente vrijwel niets aan verloederd erfenishuis, AD 05-02-2025 []
  3. een standaardwerk voor de afwikkeling van erfenissen, met stappenplan, voorbeeldbrieven en procedurevoorschriften. Het praktijkboek is geschreven voor het notariaat, niet voor burgers of organisaties die in het dagelijks leven met het erfrecht te maken krijgen. Maar de hoogleraar had toch makkelijk een paar tips kunnen geven voor de burger? []
  4. Zie noot 2 bij artikel ‘Niet de boedelnotaris maar executeur is de baas!’, Estate Planner Digitaal januari/februari 2008, noot 2; website Grotius Academie; website Sdu opleidingen. []
  5. ECLI:NL:GHDHA:2022:906, Gerechtshof Den Haag 25-05-2022, met noot S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM. De aanslag erfbelasting werd door de rechter kwijtgescholden om redenen van redelijkheid en billijkheid. []
  6. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) | Uitspraak Kamer voor het Notariaat, ‘s-Hertogenbosch 17-03-2025, ECLI:NL:TNORSHE:2025:3 []
  7. Verder zou indienen van de klacht door het Bureau Financieel Toezicht over het – niet – handelen als executeur gezien kunnen worden als het overschrijden van de grenzen van bevoegdheden. De klacht lijkt te zijn opgehangen aan het feit dat de erfenis niet in de administratie van de notaris voorkomt. Vraag is echter hoe dat zou moeten gebeuren; een executeur heeft immers geen enkel recht op de nalatenschapsgoederen, en of een notaris daartoe verplicht is wanneer hij*zij als executeur optreedt. []
  8. Commentaar redactie EvI: Dat het gedrag niet door de beugel kan, niet voor een notaris en ook niet voor een advocaat of accountant, is evident. Opleggen van een maatregel ter ‘bestraffing’ kan worden overwogen, bovenop het feit dat de executeur al heeft aangeboden alle schade te dragen. De bestraffende maatregel mag ook beroepsmatig pijn doen. Maar ontzetting uit het ambt van notaris, wat meebrengt dat het beroep van notaris en het aanbieden van notariële diensten onmogelijk wordt, terwijl het ging om uitoefening van een ongereguleerde functie in de sfeer van zakelijke dienstverlening, lijkt gelet op alle omstandigheden in sterke mate disproportioneel. In acht te nemen is hetgeen over vergunningstelsels is opgenomen in de EU Dienstenrichtlijn, onder meer (Artikel 16, Vrij verrichten van diensten): “De lidstaten maken de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteit op hun grondgebied niet afhankelijk van de naleving van eisen die niet aan de volgende beginselen voldoen: (…)
    b) noodzakelijkheid: de eisen zijn gerechtvaardigd om redenen van openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu;
    c) evenredigheid: de eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken en gaan niet verder dan wat nodig is om dat doel te bereiken.
    []
  9. Er kan wel een civiele rechtszaak worden gestart tegen een erfgenaam die iets oppakt wat volgens de wet tot de taak van de executeur hoort. En een erfgenaam die een rechtszaak begint terwijl alleen de executeur dat mag, wordt door de rechter ‘niet ontvankelijk’ verklaard. Er is voor nabestaanden geen juridische verplichting om een uitvaart te verzorgen, wel in sommige gevallen om de kosten te betalen. []
  10. Artikel 1 Eerste Protocol EVRM. []
  11. Het is ook mogelijk dat in een testament dezelfde erfgenamen staan als in de wet genoemd, met nog een of meer andere erfgenamen. []
  12. Sommige notarissen denken dat alleen diegene die aanspraak maakt op de legitieme portie ‘legitimaris’ wordt genoemd; dat is onjuist. []
  13. Vaak zeggen mensen die nog nooit in een rechtszaak betrokken waren: ‘nee, dat kan hij niet zeggen’, of ‘hoe dom kun je zijn’. Gaat het om veel geld, wordt in de praktijk alles geprobeerd om onder eventuele aansprakelijkheid en schadeplicht uit te komen. In een rechtszaak is het zo, dat ontkennen van de stellingen van de ander, de eigen rechtspositie versterkt. De andere partij moet dan namelijk proberen het feit te bewijzen. Dat is niet altijd zo eenvoudig als men denkt. []
  14. Het ‘sterfhuis’. []
  15. Zie HR 8 september 2000, NJ 2001, 604 waarin de Hoge Raad leerde dat art. 3:171 BW ziet op vorderingen tegen derden en niet op rechtsvorderingen tegen een andere deelgenoot die op de voet van art. 3:184 en 3:185 BW bij de verdeling van de gemeenschap aan de orde kunnen komen. Genoemd in B.M.E.M. Schols, Executele, p. 318, noot 382. []
  16. HR 6 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:535 | NJ 2018/308 met annotatie van S. Perrick; JIN 2018/97 met annotatie van E.J.H. Zandbergen, J.M. Kuipers. []
  17. Vaste jurisprudentie EHRM: elke inbreuk door de Staat op het ongestoorde genot van eigendom moet in overeenstemming zijn met het nationale recht en een legitiem doel in het algemeen belang na te streven, terwijl een inbreuk slechts is toegestaan indien er een redelijke mate van evenredigheid bestaat tussen de gebruikte middelen en het doel dat ermee wordt nagestreefd. Dit vereist een redelijke verhouding (“fair balance”) tussen voormeld algemeen belang en de bescherming van individuele rechten. []
  18. Het Bureau Financieel Toezicht. In dat kader mag ook een tuchtklacht worden ingediend (zie Hof Amsterdam (notariskamer) in 2020.[]
  19. Zaaknummer wordt gezocht. Raadsman van de notaris was oud-notaris, (tucht)rechter en bijzonder hoogleraar Stollenwerck van SmeetsGijbels. []
  20. Kamer voor het Notariaat Amsterdam, 7 maart 2019, zaaknummer 657180/NT 18-56, ECLI:NL:TNORAMS:2019:6 []
  21. HvD 06-12-13 nr 6752 []
  22. ► Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch 26 september 2024, zaaknr. 24-513/DB/OB, ECLI:NL:TADRSHE:2024:128, voorzittersbeslissing: “Klaagster mist als erfgename een eigen, rechtstreeks betrokken belang. Verweerder behartigt als executeur de belangen van de nalatenschap. Hij behartigt niet de belangen van klaagster.” in het kielzog van Raad van Discipline Den Haag 18 maart 2024, ECLI:NL:TADRSGR:2024:60 []
  23. Vier redelijk recente uitspraken Hof en Raad van Discipline over advocaat als executeur-testamentair:

    Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch 19 juli 2021, zaaknr. 21-046/DB/OB/D, ECLI:NL:TADRSHE:2021:131 (Dekenbezwaar) (excessief declareren, berisping)

    Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch 1 december 2021, 21-879/DB/LI/D, ECLI:NL:TADRSHE:2021:196 (schrapping)

    Hof van Discipline ‘s-Gravenhage, 20 januari 2023, in de zaken 210378, 210379, 220219 en 220220, ECLI:NL:TAHVD:2023:15 (schorsing acht weken, vier voorwaardelijk), ECLI:NL:TADRSGR:2022:110; ECLI:NL:TADRSGR:2022:111, eerdere zaken: ECLI:NL:TADRSGR:2021:205 en ECLI:NL:TADRSGR:2021:206

    Raad van Discipline ‘s-Gravenhage 18 maart 2024, 23-691/DH/DH, ECLI:NL:TADRSGR:2024:60 (onvoorwaardelijke schorsing zes weken – zie https://www.advocatenorde.nl/document/2024-maart-en-april-lijst-van-geschorste-en-geschrapte-advocaten). []

____________________________________________

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *