Onafhankelijke website over recht en rechtsonzekerheid rond de nalatenschap, voor en na overlijden | Testament of codicil maken? Erfenis of legaat gekregen? Onterfd? Nalatenschap beheren, afwikkelen en verdelen? Dit kennisplatform werkt aan vrij toegankelijke, goed onderbouwde informatie over het Nederlands erfrecht.
Elegante nonsens over executeur erfrecht in Geldgids van Consumentenbond
Elegante nonsens over executeur erfrecht in Geldgids van Consumentenbond

Elegante nonsens over executeur erfrecht in Geldgids van Consumentenbond

Bepalingen over executeur in testament niet altijd rechtsgeldig!

1. Inleiding

Er bestaan veel misverstanden over bevoegdheden en verplichtingen die in een testament rechtsgeldig aan de executeur kunnen worden toegekend. Er liggen duizenden testamenten in kluizen van de notaris met bepalingen die – op dit moment – niet rechtsgeldig zijn. Ze zijn gebaseerd op zogenaamde modelregelingen, die notariaat en bankenwereld begin deze eeuw ontwierpen, om een erfrecht executeur op papier meer macht te geven dan de nieuwe wet erfrecht uit 2003 en het algemeen Nederlands vermogensrecht toestaan. Achterliggend belang van notaris en estate planner is onder andere, om bij overlijden zelf de rol van zo’n ‘almachtige executeur’ in te kunnen nemen.

Als er in een testament meer bevoegdheden worden opgenomen, en de erfgenamen er van uitgaan dat de bepalingen rechtsgeldig zijn, is er na overlijden meer werk. Daarnaast bieden uitgebreide mogelijkheden voor de executeur op papier ook ruimte om in de praktijk lucratieve handelingen te verrichten als verkoop van onroerend goed en beleggingen.1 De regels voor beloning en toezicht moeten in het testament zelf worden opgenomen, bij gebrek aan heldere wettelijke regels.

De notaris of erfenisplanner die zelf de rol van executeur wil, zal er voor proberen te zorgen dat er bepalingen in het testament komen waarmee de executeur na overlijden nagenoeg de vrije hand krijgt om te declareren, tegen een buitensporig hoog uurtarief. Daarom zijn veel erfgenamen vaak meer kwijt aan de kosten voor een executeur, dan aan die voor de erfbelasting. Een lezer bestempelde deze kosten als ‘commerciële erfbelasting‘. Tel daar bij op dat testamenten die zijn opgesteld na advies van een nalatenschapsplanner, over het algemeen ingewikkelde constructies bevatten met het doel (erf-)belasting te besparen of de betaling uit te stellen tot overlijden van een erfgenaam. Zo komt het tot ‘ruzietestamenten‘, waar onenigheid na overlijden min of meer is voorgeprogrammeerd. Tussen erfgenamen onderling, en met de executeur.

Dit klinkt voor lezers die hier voor het eerst zijn misschien als overdreven, eenzijdig, stemmingmakerij à la ‘Geen Stijl’ en bangmakerij. Als dit allemaal waar zou zijn, waarom staan er in brochures en op andere websites dan geen waarschuwingen en waarom levert bijvoorbeeld de Consumentenbond geen kritiek?

In andere artikelen op deze website wordt uitgebreid, gedetailleerd en met bronvermeldingen onderbouwd, uitleg gegeven over verschillende onderwerpen en knelpunten.

Volgens onze onafhankelijke analyse, is deze gang van zaken onder meer mogelijk door het verspreiden van verouderde of half juiste informatie over het onderwerp vanuit het notariaat, dat als beroepsgroep in aanzien staat. Vanuit de heersende beroepscultuur mag de notaris in aktes experimenteren met buitenwettelijke bepalingen als binnen de beroepsgroep breed de verwachting bestaat dat de rechter de constructie ooit goed zal gaan keuren. Overal zijn ook de tegendraadse opvattingen van een deeltijdhoogleraar Successierecht te lezen, die via allerlei kanalen worden gepresenteerd als waren ze geldend recht. Daar worden zelden wetsartikelen bij genoemd, een verwijzing naar wetenschappelijke literatuur, of een arrest van de Hoge Raad. Dat kan ook niet, want de tegendraadse opvattingen komen uit de eigen koker van de deeltijdprofessor en ze zijn volgens zijn eigen academisch proefschrift uit 2007 niet in lijn met de wet. Modelregelingen volgens zijn opvattingen hebben sinds eerste publicatie in 2004 niet tot een wetswijziging gevoerd of bestendige hogere rechtspraak in de gewenste richting opgeleverd. Integendeel, de Hoge Raad toonde na invoer van het huidige erfrecht in vier arresten een afwijzende houding betreffende uitbreiding van bevoegdheden van de executeur in een testament buiten de wettelijke kaders.2 Deze lijn volgde de Hoge Raad ook al onder het oude erfrecht.3

Volgens 120 jaar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kunnen bevoegdheden van de executeur bij testament rechtsgeldig maximaal worden uitgebreid tot de rechten en plichten uit de wet, onder de huidige wet erfrecht is dat de zogenaamde ‘beheersexecuteur’ of ‘schuldenexecuteur’. In twee wetenschappelijke onderzoeken over het onderwerp komen de auteurs tot de conclusie dat de binnen het notariaat levende opvattingen over het testamentair uitbreiden van bevoegdheden tot zelfstandig verdelen, niet binnen het huidige Nederlands erf- en vermogensrecht passen.4 Twee andere dissertaties komen tot de conclusie dat trustachtige rechtsfiguren niet zijn in te passen in de huidige Nederlandse wetgeving en wetssystematiek, daarvoor wordt een wetswijziging noodzakelijk geacht.5

Voor de weinigen die de dissertatie van Schols helemaal hebben gelezen, inclusief noten, kan als kader en bedoeling duidelijk worden dat Schols een denkmodel voor de ‘erfrechtelijke verbintenis’ uit de notariële mottendoos haalt die het Nederlands positief recht niet kent. Is er überhaupt iemand die weet dat Schols in de ‘mottendoos‘ heeft gegrabbeld? Dat er ook onder het oude recht is geprobeerd om via privatieve clausules in testamenten de bevoegdheden van de executeur-testamentair uit te breiden? Onder rechtsgeleerden werd gediscussieerd over de vraag of art OBW in testamenten kon worden opgerekt. Tevergeefs, de Hoge Raad besliste na veertig jaar discussie onder rechtsgeleerden, dat de testamentmaker binnen de lijnen van de wet moet blijven en bevoegdheden van de executeur alléén rechtsgeldig zijn voor zover ze niet strijdig zijn met de aard der executele.6 Reden voor Schols en de zijnen om de constitutieve rechtshandeling van een executeursbenoeming te kaderen als erfrechtelijke verbintenis, is er in gelegen dat het verbintenissenrecht een ‘open systeem’ is, partijen bij een verbintenis kunnen afspreken wat ze willen. In tegenstelling tot het Nederlandse vermogensrecht en erfrecht, wat gesloten systemen zijn en alleen de regelingen toelaten die wettelijk zijn vastgelegd.

De executeursbenoeming is opgenomen in de wet Erfrecht. De overgang van eigendommen van een overledene op de erfgenaam is eveneens geregeld in het erfrecht, en in het vermogensrecht. Testamentaire bepalingen waarbij eigendomsrechten na overlijden tijdelijk van erflater aan de executeur-bewindvoerder worden overgedragen, zijn volgens het Nederlands vermogens- en erfrecht niet toegelaten. Wetgever ontwierp de gesloten stelsels ten behoeve van de rechtszekerheid. Schols en andere ‘Notariëlen‘ en estate planners ervaren dat als beperking. De executeursbranche, met voorop banken, accountancies en vermogensbeheerders, vroeg het notariaat om met oplossingen te komen.

Het open systeem van de juridisch in Nederland niet bestaande ‘erfrechtelijke verbintenis’ wordt als ‘bevrijdend’ alternatief tegenover de gesloten stelsels van goederenrecht en erfrecht geplaatst. Nu nog niet rechtsgeldig, maar met de achterliggende verwachting voor de lange termijn, dat men aspecten van het denkpatroon uit de dissertatie van Schols steeds meer zal gaan toelaten, omdat in Europa steeds meer ‘Anglo-Amerikaanse’ invloeden rondom de trust zullen worden toegelaten. Op deze manier zullen het nog niet bestaande open denkpatroon als behandeld in Schols’ dissertatie, en het bestaande gesloten denken van de wet, op de lange duur naar elkaar toe groeien.7

Er zullen niet veel mensen in Nederland zijn die werken in de estate planning, testamentadvisering, executele en bewind, die weten dat Schols in zijn promotieonderzoek van de veronderstelling uitgaat dat dit mechanisme van naar elkaar toegroeien haar werk zal gaan doen. Dat het bij de ‘driesterrenexecuteur’ en ‘executeur-verdelingsbewindvoerder’ om een denkbeeldige situatie gaat, die mogelijk ooit in de toekomst rechtsgeldig kan gaan worden, maar volgens Schols niet algemeen rechtsgeldig was toen het proefschrift werd verdedigd. En die ook nog niet algemeen rechtsgeldig was toen dit artikel werd voorbereid (oktober 2024). Deze informatie wordt vanuit notariaat, estate planning, testamentadvisering en executeursbranche niet breed verspreidt. En ook niet door Bernard Schols, blijkens vele artikelen, teksten in naslagwerken of handboeken, interviews en lezingen. Het lijkt er op dat Schols vooral het in zijn promotieonderzoek behandelde denkpatroon verspreidt, als ware het nu al geldend recht. Niet goed is waar te nemen dat Schols tegelijkertijd en in gelijke mate ook het positieve recht doceert en verspreidt. Een prominent leerling van Bernard Schols en zijn familiaire broer en zakenpartner Freek Schols, advocaat Joost Diks, voorzitter van de Nederlandse organisatie voor executeurs NOVEX, verspreidt in maart 2025 via een bedrijfspodcast de driesterrenleer. Een piepklein tussenzinnetje verraadt dat alleen de tweesterrenexecuteur in de wet staat.8

Er zijn niet veel erfrechtprofessionals in Nederland die de juridische spanning zien tussen de regels voor partijopvolging in verbintenissen bij overlijden en de driesterren-verhalen van Schols. De rechten en verplichtingen uit een verbintenis waarbij erflater bij leven partij was, kunnen bij overlijden overgaan op de erfgenamen, afhankelijk van wat de wet voor de overeenkomst regelt, of wat in de overeenkomst zelf is geregeld. Regelt de wet of de overeenkomst niet dat de verbintenis te niet gaat bij overlijden of wie opvolgend partij wordt, dan zijn volgens het Nederlands erfrecht (art. 4:184 BW), vermogenrecht (art. 3:80 BW) en verbintenissenrecht de gezamenlijke erfgenamen opvolgend partij bij de verbintenis. Zou het executeurschap moeten worden gezien als een overeenkomst van opdracht tussen erflater en executeur, volgen de erfgenamen bij overlijden van erflater hem of haar op als opdrachtgever en kunnen ze de opdracht intrekken of veranderen.

Een artikel in de Geldgids van de Consumentenbond uit 2024 doet alarmbellen rinkelen.9 De inhoud lijkt vooral te zijn gebaseerd op wat Bernard Schols communiceert over de bevoegdheden van ‘de afwikkelingsbewindvoerder’, wat een eigen mening is die geen steun vindt in het oude en nieuwe Nederlands recht. In veel zinnen steunt de tekst van het artikel niet op de wet of het geldend recht in Nederland.

2. Artikel over testamentair executeur in Geldgids van de Consumentbond

Van een organisatie als de Consumentenbond mag de burger verwachten, dat informatie over een juridisch onderwerp vóór publicatie is gecheckt aan de hand van wetgeving, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. In de Geldgids juni/juli 2024 duikt echter een artikel op over de erfrechtelijk executeur, dat is doorspekt met elegant geschreven juridische nonsens. De auteur heeft veel ervaring en staat er om bekend inhoudelijk sterk werk af te leveren. Hoe kan het gebeuren dat er zoveel onjuistheden bij elkaar zijn gesprokkeld op één pagina? Vier voorbeelden:10

De executeur kan van de erflater het verzoek krijgen om rekening te houden met bepaalde karaktereigenschappen van de erfgenamen, zodat de verdeling eerlijk verloopt en er geen conflicten ontstaan.

Je kunt de instructies verfijnen, bijvoorbeeld verkoop de aandelen binnen twee maanden na overlijden en laat twee makelaars langskomen om de woning te taxeren.

Het feit dat de executeur de erfgenamen vertegenwoordigt, betekent enkel dat zij degenen zijn die de erfenis ontvangen.

Vergeet niet dat de executeur na het afwikkelen van de erfenis zijn taken neerlegt. De erfenis is verdeeld.

In andere artikelen op deze website kan informatie gevonden worden die is gebaseerd op wettelijke regelingen, internationale verdragen, originele verslagen van de parlementaire behandeling en bestendige hogere rechtspraak. Kort en goed: de beheersexecuteur mag en moet de in de wet erfrecht limitatief opgesomde schulden voldoen (art. 4:7 BW / art. 4:144 BW) en de nalatenschap beschermend beheren (art. 4:144 BW) zodat zoveel mogelijk aan de in deze wetsartikelen opgenomen verplichtingen kan worden voldaan. In dat kader vertegenwoordigt de executeur de erfgenamen in en buiten rechte. Bij testament kunnen de bevoegdheden van de executeur worden ingeperkt, maar niet worden uitgebreid. Wil men een executeur meer bevoegdheden geven, kan dat per testamentaire last, of door een testamentair bewind in te stellen en de executeur tot bewindvoerder te benoemen. Het is volgens de Hoge Raad der Nederlanden niet toegelaten de bevoegdheden uit te breiden door middel van privatieve lastgeving voor zover de testamentmaker daarmee buiten de kring van wettelijke bevoegdheden treedt en buiten de aard van de executele. Wetgever verklaarde tijdens de parlementaire behandeling dat hetzelfde geldt voor uitbreiding van de bevoegdheden van de testamentair bewindvoerder. Deze moeten binnen de kaders van de gekozen bewindsvorm passen. Wetgever verklaarde over privatieve clausules in het algemeen, dat deze geen beperking mogen vormen op de rechten die erfgenamen, legitimarissen en legatarissen op grond van de Wet erfrecht toekomen. Ze zijn in zoverre niet toegelaten en er kan in zoverre geen erfrechtelijke werking aan worden toegekend. De Hoge Raad bevestigde dit beginsel in 2015.11 Elders op deze website is goed onderbouwde informatie te vinden die het positieve recht in Nederland weergeeft, althans goed verdedigbare zienswijzen op wat als positief recht kan worden gezien.

De Consumentenbond en de Geldgids zijn over het algemeen een degelijke steun voor consumenten die goed geïnformeerd willen zijn voor ze besluiten nemen. En de Geldgids hoofdredacteur wordt gewaardeerd voor zijn heldere artikelen, die vaak interessante context en zijpaden bieden, ook in bijvoorbeeld de Volkskrant. Maar hier is op onverklaarbare wijze veel gekheid op een stokje bij elkaar gepend. Wie de stijl van de auteur kent, kan op de gedachte komen dat als basis niet de wet en vakliteratuur zijn genomen, maar gebruik is gemaakt van een geautomatiseerde tekstgenerator die vrij beschikbare informatie van het internet schraapte. Niet alleen van het Nederlands erfrecht, maar ook over de executor in common law rechtsstelsels. Dat kan worden afgeleid uit een zin als:

Het helpt als instructies op papier staan

omdat in Nederland vanaf 1 januari 2003 een executeur alleen bij testament kan worden benoemd.

3. Kritiek op inhoud, omissies

Het artikel is helemaal doorgenomen. Met als conclusie dat er geen enkele alinea over de executeur en afwikkeling van een erfenis tussen staat, die juridisch helemaal juist is. Ook wordt door slordig woordgebruik een onjuiste indruk gewekt. Bijvoorbeeld:

De executeur beheert de erfenis. Dat betekent dat hij ervoor moet zorgen dat de spullen uit de erfenis in goede staat blijven en niet verloren gaan.

Beheer van een erfenis gaat niet alleen over ‘de spullen’, maar over alle zaken, goederen en rechten die tot het eigen vermogen van de erflater hoorden. De Hoge Raad gaf richtlijnen mee en wees op bepalingen voor het beheer van de goederengemeenschap die als leidraad voor de executeur en erfgenamen hebben te gelden.

De laatste alinea’s over het Auteursrecht beschrijven een situatie die in de praktijk zo weinig voor komt, dat de ruimte beter had kunnen worden gebruikt om kort te informeren over financiële punten waar het ook vaak wringt: executeurs die hun bevoegdheden (ver) te buiten gaat en ook het buitenwettelijk werk declareren, hoge uurtarieven declareren en zonder rekening en verantwoording grote bedragen uit de nalatenschap nemen. Ook had nog een kort woord kunnen worden gewijd aan het feit, dat veel beroepsexecuteurs niet zijn opgeleid in vermogensbeheer.

Met het artikel ‘Frictie – lastige kwesties‘ in de Geldgids van juni/juli 2024, bewijst de Consumentenbond haar doelgroep geen dienst en veronachtzaamt wellicht doelstellingen van de vereniging door publicatie er van. Consumenten die als erfgenaam hun erfenis afwikkelen met een executeur die denkt dat alles mag en moet wat in dit stuk staat, worden op onnodig hoge kosten gejaagd. Als erfgenamen dit stuk lezen, komen ze niet op het idee iets te doen tegen de executeur die zo handelt. De tekst doet het voorkomen, alsof een testamentair executeur in Nederland de hele erfenis volgens instructies van de erflater mag afwikkelen en verdelen. Dat is op grond van wet- en regelgeving en jurisprudentie van de Hoge Raad onjuist. Een deeltijdprofessor Successierecht verspreidt hierover al jaren een tegendraadse eigen mening en slaagt er met verfijnde marketingtechnieken in, zijn zienswijzen als een soort ‘heersende leer’ bij de Nederlandse burger en erfrechtprofessional te verankeren. In samenwerking met de hoofdredacteur van de Consumentengids is een boekje uitgegeven dat al jaren goed verkoopt. Daarin smeuïge verhalen over werkelijk bestaande testamentmakers en erfgenamen, die op minachtende wijze te kijk worden gezet om de boodschap stevig te laten indalen: maak een testament en neem daarin een driesterrenexecuteur op.12 Maar zoals de prof. ruiterlijk toegeeft in zijn academisch proefschrift, gaat het bij de ‘almachtige executeur’ om een denkmodel dat in beginsel niet binnen het huidige Nederlandse erf- en vermogensrecht past. Een hoofdredacteur van de Geldgids zou daarvan op de hoogte horen te zijn en zou de consument juist (ook) horen te informeren over het spanningsveld dat hier bestaat.

De Geldgids zou onderzoek kunnen doen naar de miljoenen of miljarden die jaarlijks uit erfenissen naar professioneel executeurs en bewindvoerders stromen voor werk dat buiten de wettelijke grenzen is verricht, gefactureerd en uit de erfenis genomen nog vóór rekening en verantwoording is afgelegd. En de consument over de bevindingen kunnen informeren.

Onder omstandigheden kan het zijn, dat een testamentair functionaris bevoegd is verdelingshandelingen te verrichten. Daarvoor moet bij testament uitdrukkelijk een bewind zijn ingesteld, met als strekking bescherming van de rechthebbende en met toekenning van bepaalde bevoegdheden aan de bewindvoerder. Bij overlijden moet de rechthebbende volgens objectieve maatstaven niet in staat zijn het eigen vermogen te beheren. In veel andere gevallen zal een bewindvoerder volgens het in Nederland geldend recht niet tot zulke vergaande handelingen bevoegd zijn.

Vriendelijke suggestie aan de Geldgids: publiceer de tekst opnieuw online en voeg bij elke alinea een voetnoot met bronvermelding toe. Dan kan doelgericht worden gezocht naar redenen waarom er op één pagina samengebald, zoveel verwarrende en mogelijk misleidende tekst bijeen is geraapt. Met als doel zoveel gekheid op een stokje in de toekomst te voorkomen. Of het wordt duidelijk dat de tekst in dit artikel hier en daar de plank misslaat en waarom.

Vriendelijke suggestie aan de Consumentenbond: goed voornemen voor 2025 om in deze materie te duiken met de belangen van de consument op de voorgrond. Dat zijn de potentiële testamentmaker en erfgenaam, legataris en legitimaris en hun naasten en nabestaanden. Probeer eens te bekijken welke belangen er aan de kant van notariaat, accountancy en executeursbranche zijn en of er mogelijk spanningsvelden bestaan. Onderzoek of er in de praktijk wellicht patronen bestaan die niet – altijd – in het voordeel van de consument uitvallen. Verzamel en analyseer de communicatie en gebruikte technieken in informatievoorziening over erfrecht, executeur en testamentair bewindvoerder. Leg deze langs maatstaven van regelingen voor misleidende reclame en onbehoorlijke handelspraktijken en deel de conclusies.

Neem ook de informatie geschreven door eigen medewerkers eens onder de loep en kijk of oude artikelen verbeterd kunnen worden.13


Laatste artikelen in het erfrechtblog
Voetnoten | bronvermeldingen en commentaar
  1. Deze notariële praktijk, om bevoegdheden van een executeur in een testament verder uit te breiden dan de wet toelaat, bestond ook al onder het oude recht. Wetgever was bij de parlementaire behandeling van het toenmalige wetsvoorstel gevraagd, of erflaters aan de executeurs een uitgebreidere macht zouden mogen geven dan de wet hun toekent. De vraag werd door de Tweede Kamer ontkennend beantwoord. Desalniettemin stelde het notariaat testamenten op waarin de bevoegdheden van de executeur buitenwettelijk werden uitgebreid. Onder rechtsgeleerden werd geponeerd dat dit mogelijk zou zijn op grond van privatieve lastgeving (zie: Weekblad voor het Notaris-ambt en Registratie, eerste jaargang nr. 12, 20 maart 1870, p. 94, 95, met verwijzing naar Voorduin IV, blz. 214, ter beschikking gesteld door Google via Delpher (pdf) ). De Hoge Raad besliste in 1905, dat de wettelijke grenzen moeten worden aangehouden (HR 9 juni 1905 (Hendrikse/Geense). De notaris liet zich er ook toen al niet van weerhouden, gewoon door te drammen met de staande praktijk om aan erflaters buitenwettelijke bepalingen te adviseren en in aktes op te nemen. []
  2. HR 21 november 2008,  HR 28-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:38 en ECLI:NL:HR:2013:39, HR september 2022 (verdeling vakantiehuisje), afdoening via art. 81 Rv waar de estate planning en executeursbranche verwachtten dat de HR hen welgevallig zou zijn. De plv. PG plaatste enkele kritische kanttekeningen bij de binnen het notariaat levende ‘heersende leer’. []
  3. HR 9 juni 1905, W. 8240 (Hendrikse / Geensen). []
  4. 1. mr. B.M.E.M. Schols, Van exécuteur testamentaire tot Testamentsvollstrecker tot afwikkelingsbewindvoerder. Zijn ware aard, civiel en fiscaal. Een onderzoek naar de grondslagen van executele als erfrechtelijke verbintenis, Nijmegen 2007;
    2. mr. A.E. de Leeuw, Scheiding van zeggenschap en belang in de familiesfeer, Leiden 2020, H. 6 []
  5. 1. mr. Katherine R. Filesia, ‘Speaking the same language: de invoering van de Anglo-Amerikaanse trust in het Nederlandse recht‘, Leiden 2023, promotores prof. mr. Pim Huijgen en prof. mr. Frans Sonneveldt.
    2. mr. Maaike Steegmans, ‘Beheer van familievermogen door middel van certificering’, promotores prof. J. Biemans en D.F.M.M. Zaman, Utrecht 2024. []
  6. HR 9 juni 1905, W. 8240 (Hendrikse / Geensen. []
  7. In deze woorden beschreven in slotbeschouwingen, onder E en voetnoten, p. 557 dissertatie. []
  8. Podcastserie ‘De Erfrechtadvocaat’, jaargang 5, uitzending 1. Fameus interviewer Inge Diepmann zit hier kennelijk niet als onafhankelijk journalist want ze vraagt niets na. []
  9. Zo overigens ook veel andere artikelen in andere media over de executeur in het nieuwe erfrecht, bijvoorbeeld Kaj van Arkel, Voorkom ruzie over de erfenis: ‘Een executeur moet als een Oom Dagobert op het geld zitten’, Algemeen Dagblad, 02-12-2020: “Helaas zorgt een erfenis vaak voor gedoe binnen de familie. Je kunt dat voorkomen met een testament en het benoemen van een executeur. Die zorgt ervoor dat je laatste wil daadwerkelijk wordt nageleefd en uitgevoerd – ook als de erfgenamen het niet leuk vinden.“. Of een uitspraak van de bestuursvoorzitter van de specialistenvereniging van erfrechtadvocaten vFas in De Telegraaf, 2014, dat de executeur het testament uitvoert. Omdat de Consumentenbond als doelstelling heeft consumenten te beschermen, wordt dit artikel in de Geldgids afzonderlijk onder de loep genomen. Hier had toch minstens de mening van Schols naast de regels van het geldend recht horen te zijn gezet. []
  10. Reinout van der Heijden, Frictie – Lastige kwesties, Geldgids juni/juli 2024, p. 33. []
  11. In 2024 liet de Raad echter een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden in stand, waar werd toegelaten dat dit beginsel met voeten werd getreden: een erfgenaam verloor het eigendomsrecht dat ze door overlijden rechtmatig aan de nalatenschap had verkregen op basis van een privatieve clausule in het testament. Wij achten dat een kennelijke misslag, voorbereidt door notaris, estate planner en docent notarieel recht onder bijzonder hoogleraar Burgerhart (leerstoel gefinancierd door Stichting ter bevordering van de Notariële Wetenschap, waarvan Burgerhart zelf voorzitter is), mr. dr. R. Brinkman. Door zinnen uit het testament in het arrest over te nemen, door enkele daarvan te onderstrepen en de onderstreepte woorden te kwalificeren als ‘cautio Socini’ en daaraan de stelling te verbinden dat de cautio Socini is toegelaten. []
  12. Hoofdredacteur Consumentengids Heidi Kleisen, voorheen medewerkster ABN/AMRO bank en in die functie ervaren in de verkoop van financiële producten en financieel-zakelijke dienstverlening. Bernard Schols, Freek Schols en Wouter Burgerhart waren en/of zijn medewerker in het Samenwerkingsverband Estate Planning tussen de Katholieke Universiteit Nijmegen / Radboud Universiteit en de ABN/AMRO bank N.V.. []
  13. In een artikel uit de Consumentengids over de legitieme en het kindsdeel, doet een redacteur echt haar best om duidelijkheid te scheppen en slaagt daar ook deels in. Maar ook hier halve waarheden, onjuistheden en onbegrijpelijkheden. Bijvoorbeeld: ‘Dit erfdeel (de legitieme, red.) is lager dan het kindsdeel. Je bent dan officieel ook geen erfgenaam, maar een legitimaris.’ in: Wat is het verschil tussen kindsdeel en legitieme portie? (alleen voor leden). Commentaar: de aanspraak op de legitieme portie is in het huidige erfrecht geen erfdeel meer, het is niet per definitie lager dan het ‘kindsdeel’, wellicht in relatieve zin, een legitimaris kan zeer zeker erfgenaam zijn. []
____________________________________________

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *