Onafhankelijke website over recht en rechtsonzekerheid rond de nalatenschap, voor en na overlijden | Testament of codicil maken? Erfenis of legaat gekregen? Onterfd? Nalatenschap beheren, afwikkelen en verdelen? Dit kennisplatform werkt aan vrij toegankelijke, goed onderbouwde informatie over het Nederlands erfrecht.
Procederen in het erfrecht – veel valkuilen, weinig literatuur
Procederen in het erfrecht – veel valkuilen, weinig literatuur

Procederen in het erfrecht – veel valkuilen, weinig literatuur

Procederen in het erfrecht, een terrein vol valkuilen en vervaltermijnen

1. Erfrechtzaken lopen vaak anders dan voorspeld door notaris en advocaat

Lezers laten weten dat hun erfrechtzaken slecht lopen vanwege onwetendheid of een gebrek aan vakkennis bij de ingeschakelde advocaten. Dat is moeilijk na te gaan, maar ook uit gepubliceerde rechterlijke uitspraken en verhalen in de media blijkt dat veel voorkomende problemen in het erfrecht vaak niet doelmatig en kostenefficiënt kunnen worden afgehandeld. Hoogleraar, notaris, advocaat, juridisch adviseur of nalatenschapscoach kennen bepaalde acties niet en professionals laten steken vallen.

Het erfrecht is verweven met andere rechtsterreinen en veel adviseurs weten wel iets van het materieel erfrecht, maar weinig van de andere gebieden. Als er huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt, of een samenlevingscontract, wordt daar vaak niet naar gevraagd of men doorziet niet alle consequenties. Het erfrecht kent veel verschillende wettelijke termijnen, daarvan enkele zeer kort.

Er zijn veel procedures over de verdeling van een nalatenschap. Die is slechts op bepaalde punten vergelijkbaar met verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap en kent eigen (procesrechtelijke) regels over bijvoorbeeld toerekening van schulden en inbreng, en of sprake is van een verbeurdverklaring (Boek 4 BW titel 6 Afdeling 4). Geen andere goederengemeenschap kent de executeur, die tot taak heeft bepaalde schulden te voldoen, of kent notariële constructies als de ‘ouderlijke boedelverdeling’ of de ‘quasi-wettelijke verdeling’, waarvan de laatste (nog) geen erfrechtelijke werking heeft.

Wordt een aanspraak te laat geldend gemaakt, kan het zijn dat deze vervalt. Worden er – te – weinig feiten gesteld, kan de vordering worden afgewezen. Wordt een erfrechtprocedure verkeerd ingestoken, kan het zijn dat de rechter niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak en de rechtzoekende door een procedurele fout onverrichter zake naar huis gaat. Er kan dan vaak niet opnieuw worden begonnen en de advocaat die de zaak behandelde zal niet snel toegeven dat een beroepsfout is gemaakt.

Er is een Compendium Erfprocesrecht, maar dat staat onder hoofdredactie van een notaris die als nevenfunctie plaatsvervangend raadsheer was. Hij is universitair opgeleid in de vakken die van belang zijn voor uitoefening van de notarispraktijk, voor zover ze voor de uitoefening daarvan van belang zijn. Burgerlijk Procesrecht of beslagrecht zit daar bijvoorbeeld niet bij. De notaris heeft zelf nog nooit een dagvaarding of verzoekschrift geschreven of met een klant aan tafel gezeten die in een rouwproces zit maar onder tijdsdruk met allerlei objectieve feiten en bewijzen moet komen om een rechtszaak kans van slagen te geven.5 Meerdere auteurs komen uit dezelfde beroepsgroep of opleiding.6 Handig aan het handboek is een indeling naar thema en niet per wetsartikel.7

Bij het erfrecht is sprake van een aantal complicerende factoren, anders dan bij andere deelgebieden van het recht. In dit artikel een verkennend overzicht.

2. Procesinleiding

Een complicerende factor is de manier waarop procedures betreffende het erfrecht voor de rechter moeten worden gebracht, in de taal van het procesrecht ‘moeten worden ingeleid’. In procedures zijn naast de algemene regels van het burgerlijk procesrecht – vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering – ook specifieke regels voor procederen in het erfrecht van toepassing.

Het erfrecht en aanpalende rechtsterreinen kennen een weinig samenhangend pakket van verzoekschriftprocedures (verzoeken) en dagvaardingsprocedures (vorderingen) die niet in één procesinleiding kunnen worden gecombineerd. En er is regelmatig een combinatie van acties, vorderingen en verzoeken nodig, om de problemen die zich voordoen op te lossen. En om een bepaald resultaat te bereiken kan vaak gekozen worden uit meerdere acties.

Daar komt bij dat er veel halfjuiste en onvolledige informatie over het Nederlands erfrecht wordt gegeven en er door rommelig woordgebruik verwarring wordt gesticht, ook in onderwijs, handboeken en naslagwerken. Veel erfrechtdeskundigen komen uit het notarieel recht en hebben dat vak geleerd van docenten die onderwijzen vanuit een eigen mening en de leerstof filteren op toepasselijkheid voor het notariaat.

► zie artikel: ‘Over ons’

3. Verschillende rechters

Tweede complicerende factor is, dat er verschillende rechterlijke instanties zijn waar een zaak moet worden aangebracht. In het ene geval is de kantonrechter bevoegd om over de zaak te oordelen, ondergebracht bij de rechtbank (sector kanton) en de andere keer is het de rechtbank, sector civiel. Dat kan zelfs zo zijn als het om één deelgebied van het erfrecht gaat, bijvoorbeeld de controle van de testamentair executeur door de erfgenamen of schuldeisers. Als een erfgenaam op grond van art. 4:162 BW een executeur aansprakelijk wil stellen, zal de procedure ingeleid worden met een dagvaarding. Wil een erfgenaam de executeur ontslaan, kan een verzoekschrift worden gebruikt. Of als het om vergelijkbare acties gaat, bijvoorbeeld de benoeming van een executeur en van een vereffenaar.

Moeten de vorderingen/verzoeken bij verschillende instanties worden ingediend, dan zijn er verschillende procedures nodig. Ofwel een advocaat moet twee keer een stuk schrijven, waar soms verschillende regels voor gelden en waarvoor soms een andere strategie en procestactiek moet worden uitgedacht. Een kantonrechter, die bij de Rechtbank is ondergebracht, kan in een verzoekschriftprocedure niet even een andere pet op zetten zodat hij*zij zowel als ‘rechtbank-rechter’ èn als kantonrechter kan oordelen.

Om een eerste idee te geven van de moeilijkheden die er bestaan, en de lappendeken aan acties en rechtsmiddelen die er zijn, hieronder een aantal erfrechtelijke acties, verzoeken en vorderingen op rij.

3.1 Acties en rechtsmiddelen in verband met het erfrecht (niet volledig!)

Veel voorkomende procedures in het erfrecht gaan over informatie met betrekking tot de nalatenschap; de legitieme portie; verdeling van de nalatenschap; geldigheid van een testament (uiterste wil) en geldigheid en uitleg van uiterste wilsbeschikkingen; gedrag van de executeur en vereffening.11 In steeds meer procedures lijkt ook een rol weggelegd te zijn voor tijdens leven ‘verdwenen’ vermogen.12

Welke vorderingen of verzoeken kunnen het best ingesteld worden? Hoe zit het met de inhoud van de
conclusie van antwoord en reconventionele vorderingen? Hoe dient in het petitum aandacht besteed te worden aan de (praktische) uitvoerbaarheid?

○ Verwerpen of beneficiair aanvaarden erfenis
> Verklaring afleggen bij Rechtbank arrondissement laatste woonplaats erflater

○ Aanvaarden erfenis
> Vormvrij, door ‘gedragingen van aanvaarding’

○ Aanspraak legitieme portie
> Let op, enkele korte wettelijke termijnen!

○ Executeur (afwikkelingsbewindvoerder) doet te weinig
> Verzoek ontslag, of verzoek machtiging verrichten beheershandelingen kantonrechter
zie artikel: Executeur doet niets? Twintig acties en rechtsmiddelen voor belanghebbenden

○ Verzoek erfgenaam beheershandeling te mogen verrichten bij erfenis met executeur
> Verzoekschrift kantonrechter

○ Verzoek goed of goederen uit nalatenschap te laten verzegelen
>

○ Ruimschoots voldoende verklaring door executeur na beneficiaire aanvaarding
> vormvrij, verstandig om dit bewijsbaar te doen

○ Boedelbeschrijving
> vormvrij

○ Aanbieden voldoende middelen aan executeur om schulden ex art. 4:7 BW te voldoen
> vormvrij, verstandig om dit bewijsbaar te doen, met bewijs dat de nodige middelen aanwezig zijn

○ Ontslag testamentair executeur, benoeming opvolgend executeur
> verzoekschrift indienen bij kantonrechter, art. 4:149 BW

○ Rekening/verantwoording executeur
> vordering instellen bij rechtbank, dagvaardingsprocedure, art. 4:151 BW

○ Benoeming vereffenaar
> verzoek indienen bij de rechtbank, verzoekschriftprocedure (met verplichte procesvertegenwoordiging), art. 4:203/4:204 BW

○ Opheffing vereffening wegens geringe baten
> verzoek bij de kantonrechter, art. 4:209 BW

○ Benoeming en ontslag testamentair bewindvoerder
> verzoek bij de kantonrechter, art. 4:164 BW

○ Opheffing testamentair bewind
> verzoek bij de rechtbank (art. 4:178 BW) let op wie de vordering kan instellen, wanneer en op welke gronden.13

○ Verdeling / partiële verdeling
> vordering bij de rechtbank, art. 3:178/185 BW

○ Geldvorderingen, bijvoorbeeld aanspraak op legitieme portie, onderbedelingsvordering of vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad door de executeur/vereffenaar/bewindvoerder
> vordering bij de rechtbank of de kantonrechter, mede afhankelijk van de hoogte van het gevorderde bedrag;

○ Verklaring voor recht (art. 3:302 BW), te combineren met geldvordering.
Wanneer een partij de grondslag van een rechtsverhouding betwist. Bijvoorbeeld nietigheid testamentaire bepaling; vermogensverschuiving was een schenking; handeling was onrechtmatig; executeur, vereffenaar, bewindvoerder of notaris is aansprakelijk
> vordering bij de rechtbank (bij uitzondering verzoekschrift kantonrechter), kan niet uitgesproken in Kort Geding

○ Klacht gedrag executeur die van beroep notaris is

○ Klacht gedrag executeur die accountant is

○ klacht gedrag executeur die advocaat is

○ klacht gedrag executeur die lid is van beroepsorganisatie NOVEX

○ Conservatoir beslag: verzoek als een hoofdzaak ex 700 Rv?

○ Beroep op nietigheid testamentaire bepaling: geen wettelijke uiterste wilsbeschikking, strijd met art. 4:4 BW)

○ Beroep op onwaardigheid te erven (art. 4:3 BW (rechter moet ambtshalve toetsen als zaak op andere gronden is voorgedragen
>

○ Vernietiging notariële akte zoals verklaring van erfrecht, akte van verdeling
> akte van verdeling: op vordering van overgeslagen deelgenoot, art. 3:178 lid 1 BW en art. 3:180 lid 1 BW, art. 3:195 BW).
> akte van verdeling op grond van dwaling

3.2 Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI), Raad voor de rechtspraak

De Raad voor de rechtspraak heeft in 2014 het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) opgezet met als doelstelling onder andere een meer uniforme procesinleiding te introduceren. Nodig ook, om makkelijker te kunnen digitaliseren.14 Zo zou het probleem van het combineren van vorderingen (dagvaarding) en verzoeken (verzoekschrift) kunnen worden weggenomen. Verzoeken en vorderingen zouden in één procesinleiding aan de rechter kunnen worden voorgelegd. Dat zou een stap in de goede richting zijn geweest, ware het niet, dat het KEI-programma in een fase van heroverweging is gebracht om voorrang te kunnen geven aan digitalisering. Het is niet duidelijk of, en zo ja, wanneer artikel 30b Rv in werking zal treden.

4. Welke personen moeten worden aangesproken en in welke hoedanigheid?

Derde factor die het erfprocesrecht ingewikkeld maakt, is dat er veel verschillende partijen kunnen zijn, die in verschillende hoedanigheden kunnen optreden. Is iemand schuldeiser, erfgenaam, legitimaris, legataris, executeur, vereffenaar of (testamentair) bewindvoerder? In het erfrecht heeft één persoon vaak meerdere hoedanigheden. In een procedure moeten de juiste partijen in de juiste hoedanigheid worden betrokken. De rechter heeft dit ambtshalve te toetsen. In een verzoekschriftprocedure bij de Kantonrechter verzorgt de griffie de oproeping, in een dagvaardingsprocedure moet de advocaat dat doen.

4.1 Executeur, vereffenaar, (testamentair) bewindvoerder

Wordt een gerechtelijke procedure gestart door een schuldeiser van overledene, dan zullen veel mensen denken dat de erfgenamen gedagvaard moeten worden. De goederen uit de nalatenschap gaan bij overlijden in eigendom over van overledene op diens erfgenamen, onder algemene titel, zo volgt uit artikel 4:182 lid BW en artikel 3:80 lid 2 BW. Toch zijn het niet altijd de erfgenamen die in een gerechtelijke procedure moeten worden betrokken. Is er een executeur benoemd bij testament met de bevoegdheid de goederen van de nalatenschap te beheren (art. 4:145 lid 1 BW), en heeft hij deze benoeming aanvaard, dan vertegenwoordigt hij de erfgenamen ‘in en buiten rechte’ bij de vervulling van zijn taak zolang niet alle schulden genoemd in art. 4:7 BW zijn voldaan die opeisbaar zijn (art. 4:145 lid 2 BW). Deze vertegenwoordiging geldt met uitsluiting van de erfgenamen, dit wordt ‘privatieve vertegenwoordiging’ genoemd. Erfgenamen die privatief worden vertegenwoordigd, zijn onbevoegd om zelfstandig in rechte op te treden, zowel in de hoedanigheid van eiser/verzoeker als in de hoedanigheid van gedaagde/geïntimeerde. Als gevolg daarvan is de materiële procespartij, dat wil zeggen de partij die feitelijk de gevolgen ondervindt van een bepaald rechterlijk oordeel, niet altijd ook de formele procespartij, dat wil zeggen de partij die formeel als eisende/verzoekende of gedaagde/verwerende partij in de erfrechtelijke procedure optreedt.

Dit ‘hoedanigheidsprobleem’ speelt ook bij een vereffenaar of (testamentair) bewindvoerder. Is er sprake van een vereffenaar die de nalatenschap beheert en vereffent, dan is de vereffenaar op grond van artikel 4:211 lid 2 BW degene die de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. In zo’n geval dient de vereffenaar in hoedanigheid van vereffenaar in de gerechtelijke procedure te worden betrokken. Hier kan het zijn, dat de taak van vereffenaar wordt uitgeoefend door een of meer erfgenamen, namelijk wanneer een of meer erfgenamen de nalatenschap beneficiair aanvaard hebben – dus onder voorbehoud van boedelbeschrijving. Hier heeft één persoon twee hoedanigheden: die van erfgenaam en die van vereffenaar.

Een testamentair bewindvoerder ontleent zijn privatieve vertegenwoordiging van de erfgenamen om te procederen inzake de afwikkeling en verdeling van de nalatenschap aan artikel 4:173 BW: ‘De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende in gedingen ter zake van onder het bewind staande goederen.’

Er moet dan van geval tot geval door de advocaat worden beoordeeld worden, aan de hand van feiten en omstandigheden die alleen de klant kan aanleveren, of de executeur / bewindvoerder in rechte moet worden aangesproken, of de erfgenaam / erfgenamen.

Is niet in de juiste hoedanigheid gedagvaard, zijn door of tegen de erfgenamen gestarte procedures in veel gevallen niet-ontvankelijk, met uitzondering van procedures tussen een erfgenaam en een privatieve vertegenwoordiger. Zo kan een erfgenaam wel procederen tegen een executeur of bewindvoerder en vereffenaar inzake diens functioneren. Ook kunnen deze privatieve vertegenwoordigers procederen tegen een erfgenaam.

Het is daarom vaak een puzzel vooraf, de juiste partijen in de juiste hoedanigheid te betrekken. En de vraag is of alle deelgenoten moeten worden betrokken of alleen de deelgenoten of deelgenoot met een minderheidsstandpunt?15 Zie bijvoorbeeld Hoge Raad 6 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:535.

Is een erfgenaam als executeur benoemd, is de vraag of een kind tegen een ander kind moet procederen in haar hoedanigheid als erfgenaam of als executeur? En wat is mijn eigen hoedanigheid precies? Zie bijvoorbeeld Rechtbank Limburg d.d. 17-1-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:390 waar het mis ging, omdat de eisende partij niet duidelijk was over de hoedanigheid waarin zij haar vorderingen instelde; als executeur of als erfgenaam. Of Rechtbank Limburg 25 januari 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:887 met de overwegingen:
“4.3. Gelet op artikel 4:145 lid 2 BW komt aan de executeur de exclusieve bevoegdheid toe om ter zake het beheer van de nalatenschap in rechte op te treden. Als gevolg daarvan zijn de erfgenamen onbevoegd in dergelijke zaken zelfstandig in rechte op te treden, of dit nu is als eiser of als gedaagde.

4.4. In deze zaak is niet alleen onduidelijk in welke hoedanigheid gedaagden zijn opgeroepen, maar evenmin kan worden vastgesteld in welke hoedanigheid zij zouden moeten worden opgeroepen. Onduidelijk is bijvoorbeeld of zij de nalatenschap hebben aanvaard, en zo ja, hoe (zuiver of beneficiair). Uit het door eiser overgelegde testament van erflaatster (productie 3 bij dagvaarding) blijkt verder dat de drie zussen gezamenlijk zijn aangewezen als executeur, maar nergens is vermeld of, en zo ja, door wie, deze benoeming is aanvaard, en of de executeur(s) nog in functie is (zijn). Hierdoor is de rechtbank niet in staat de hoedanigheid van de procespartijen te toetsen (tot welke toets zij ambtshalve is gehouden).

4.5. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen zich beurtelings (te beginnen met eiser) over bovenstaande kwestie bij akte uit te laten. Naast verduidelijking van de hiervoor (onder 4.4) aan de orde gestelde vragen, verneemt de rechtbank ook graag in welke hoedanigheid eiser gedaagden heeft bedoeld op te roepen, alsmede hoe gedaagden dit hebben begrepen.”

Is er een executeur of vereffenaar die de nalatenschap beheert, dan brengt dit in beginsel met zich mee dat de erfgenamen onbevoegd zijn om te procederen namens de nalatenschap. Dit is anders wanneer de erfgenamen toestemming hebben gekregen van de executeur of vereffenaar om een gerechtelijke procedure te starten. Worden erfgenamen door een andere partij in een procedure betrokken in verband met een vordering op de nalatenschap en heeft deze andere partij de erfgenamen niet in de juiste hoedanigheid in de procedure betrokken, dan zal de rechter deze andere partij niet-ontvankelijk verklaren.

4.2 Wettelijke verdeling – ouderlijke boedelverdeling

Bij de zogenaamde ‘wettelijke verdeling’ zijn de langstlevende en de kinderen van overledene op papier erfgenaam, maar zijn de kinderen uitgesloten van de erfopvolging. Dus alleen de langstlevende verkrijgt de goederen van de nalatenschap en alleen de langstlevende is gehouden de schulden genoemd in art. 4:7 BW te voldoen. Dit is een grote uitzondering op het wettelijk systeem, niet alleen in Nederland, ook in vrijwel alle andere landen. In deze situatie kunnen de kinderen niet in de hoedanigheid van erfgenaam procederen.

Bij een zogenaamde ‘ouderlijke boedelverdeling’ in een testament opgemaakt onder de oude wet erfrecht is het ook ingewikkeld omdat de kinderen daar erfgenaam zijn en meedoen in de erfopvolging. Wie er in welke hoedanigheid mag procederen is mede afhankelijk van de manier waarop de ouderlijke boedelverdeling is vormgegeven in het testament en van het overgangsrecht.

4.3 Deelgenoten (erfgenamen) onderling

Wanneer er twee of meer erfgenamen zijn, vormt een nalatenschap op grond van de algemene regels voor het vermogensrecht een (bijzondere) gemeenschap. Wanneer er geen privatieve vertegenwoordiging van de erfgenamen is, zijn de erfgenamen op grond van artikel 3:171 BW zelfstandig bevoegd om namens de nalatenschap te procederen tegen derden: ‘Tenzij een regeling anders bepaalt, is iedere deelgenoot bevoegd tot het instellen van rechtsvorderingen en het indienen van verzoeken ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak ten behoeve van de gemeenschap.’ In deze gevallen treedt een erfgenaam dus niet op ‘voor zich’ op, dat wil zeggen uitsluitend in het eigen belang, maar in hoedanigheid van deelgenoot ‘ten behoeve van’ de nalatenschap.

De erfgenaam is dan verplicht om aan de andere procespartij(en) kenbaar te maken dat hij of zij niet voor zich, maar in hoedanigheid van deelgenoot optreedt ten behoeve van de gezamenlijke, zo veel mogelijk met name te noemen, deelgenoten en dat een gerechtelijke uitspraak ten behoeve van de gemeenschap wordt gevraagd.

In beginsel kunnen deelgenoten niet op deze voet tegen elkaar procederen, omdat dan ten behoeve van de nalatenschap wordt geprocedeerd tegen een erfgenaam in privé, welke erfgenaam echter gelijktijdig ook deelgenoot in de nalatenschap is. Geschillen tussen erfgenamen onderling kunnen worden behandeld in een verdelingsprocedure, of in een verklaring voor recht procedure.

4.5 Betekenen dagvaarding

Vergelijkbare moeilijkheden spelen bij de betekening van een dagvaarding. Op grond van artikel 111 lid 1 Rv moet bij exploot worden gedagvaard. Artikel 53 Rv geeft regels voor de betekening van een exploot ten aanzien van de gezamenlijke erfgenamen. De vermelding van hun namen en woonplaatsen kan in bepaalde gevallen achterwege blijven.

5. Situatieve beschikkingsbevoegdheid

Vierde verzwarende factor is, dat er bij afwikkeling en verdeling van een erfenis verschillende personen en functies kunnen zijn met een bevoegdheid bepaalde (rechts)handelingen te mogen verrichten, welke bevoegdheid afhankelijk is van de feiten en omstandigheden in de gegeven situatie. Dat wordt ‘situatieve handelingsbevoegdheid’ genoemd, of ‘situatieve beschikkingsbevoegdheid’.

6. Wettelijke termijnen, sommigen heel kort

7. Ontbreken wettelijke regels voor (beroepsmatig) testamentair executeur en bewindvoerder

8. Verschillende rechtsgebieden

8.1 Huwelijksvermogensrecht, samenwoners

Huwelijkse voorwaarden. Verrekenbedingen zijn er in alle soorten en maten, maar het nadeel van verrekenbedingen die zijn opgemaakt door een notaris, is, dat deze in het algemeen niet zijn getoetst aan het actuele procesrecht.17

Samenwoners wordt wel aangeraden in een samenlevingscontract een ‘verblijvingsbeding’ / ‘verblijvingsbeding’ op te nemen. Daarmee zou kunnen worden geregeld dat bij overlijden van een van de twee partners, de gemeenschappelijke zaken aan de andere partner toekomen. Dit is echter een overeenkomst op grond van het verbintenissenrecht en het is geen uitgemaakte zaak dat deze de dwingendrechtelijke regels van de wet erfrecht, met goederenrechtelijke werking, opzij kunnen schuiven. Ook al denken veel notarissen dat dit kan. Het is voor mensen die voor langere tijd willen samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren, over het algemeen verstandig om testamenten te maken, ook al is dat misschien duurder dan een samenlevingsovereenkomst.

8.2 Algemeen vermogensrecht

Beheer, scheiding en deling van een erfgemeenschap, of van een gemeenschap van samenwoners

8.3 Ondernemingsrecht

8.4 Vennootschapsrecht en stichtingen (Boek 2)

Bij bedrijfsopvolging in verband met overlijden zijn naast het testament van de erflater ook de statuten en aandeelhoudersovereenkomst van belang. Hierin staan vaak bepalingen die de overdracht van de aandelen regelen. Statuten zijn vaak ‘standaard’ met als mogelijk gevolg dat de aandelen niet (allemaal) kunnen worden verkregen door de bedrijfsopvolger en/of de BOR wordt misgelopen.

8.5 Belastingrecht: inkomstenbelasting, successierecht, schenking

BOR

8.6 Schenkingsrecht

8.7 Personen- en familierecht

Bijvoorbeeld om te kunnen bepalen wie er ‘kind’ is. Of het recht van een kind op verstrekking van gegevens over de biologische ouders. Het overnamerecht van de echtgenoot bij bedrijfsopvolging

8.9 Diversen: auteursrecht, digitaal recht

9. Internationale aspecten

Een zaak met internationale elementen kan stranden omdat een rechter in een ander land bevoegd is om over de zaak te oordelen en de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft.

Aan de hand van welke internationale regeling moet worden beoordeeld of de Nederlandse rechter bevoegd is om over de zaak te oordelen? Het ligt voor de hand om in erfrechtelijke kwesties direct terug te grijpen naar de Europese Erfrechtverordening (VO. (EU) 650/2012.) De reikwijdte van deze verordening is echter beperkt. Er wordt alleen geregeld welk materieel recht van toepassing is bij erfopvolging en afwikkeling van een nalatenschap met internationale aspecten, als erflater geen geldig testament heeft gemaakt met een geldige rechtskeuze.

Niet alle geschillen uit de erfrechtelijke praktijk vallen onder de Erfrechtverordening. Denk bijvoorbeeld aan het huwelijksvermogensrecht. Het huwelijksvermogensrecht valt buiten de erfrechtverordening, maar speelt in erfrechtkwesties wel een belangrijke rol. Als het overlijden ook de ontbinding van een huwelijk betekent, dan moet eerst de huwelijksgemeenschap worden afgewikkeld voor dat kan worden toegekomen aan afwikkeling van de nalatenschap.

Voor het vraagstuk van de rechtsmacht moet dan ook geregeld aansluiting worden gezocht bij andere internationale regelgeving waaronder De EEX Vo II (Brussel I-bis Verordening), De Europese verordening over het huwelijksvermogensrecht (VO. EU 2016/1103). het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 of, verordening Kinderbeschermingsverordening (VO. (EU) 2201/2003 (Brussel II-bis Verordening). Zie hierover het arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 2 februari 2019 (ECLI:NL:GHSHE:2019:518).

10. Emotioneel zware fase voor cliënten

Vijfde verzwarende factor is van algemene aard en ligt aan de zijde van de cliënt. De erfrechtcliënt heeft vaak net het verlies van een dierbare te verwerken gekregen en bevindt zich in een periode van rouw. Daar komt ook vaak oud familiezeer hoog die het moeilijk maakt een enigszins objectief feitenrelaas te geven. In het huwelijksvermogensrecht is daar bij het startpunt van verjaringstermijnen rekening mee gehouden. Het erfrecht kent geen enkele regel waaruit ‘juridisch geabstraheerd medeleven’ blijkt. Mogelijk omdat de nieuwe wet erfrecht sterk is beïnvloed door het notariaat waar de erfgenaam van oudsher als ‘bad guy’ wordt gezien.

11. Raad voor de rechtspraak deelt erfrecht in bij familierecht

Een onverwachte en onbekende verzwarende factor is ook van algemene aard en ligt aan de zijde van de rechterlijke macht. Erfopvolging en erfrecht regelen de overgang van vermogen, schulden, rechten en vorderingen. In procedures draait het bijna altijd om financiële kwesties, waarvoor rechters nodig zijn die verstand hebben van vermogensbeheer, beleggen, onroerend goed enzovoorts. Om onduidelijke redenen zijn erfrechtzaken door de Raad voor de rechtspraak ondergebracht bij het familierecht. Mogelijk omdat het notariaat het erfrecht onderbrengt bij de ‘familiepraktijk’ (naast de ondernemings- en onroerendgoedpraktijk). In het personen- en familierecht spelen in de regel volstrekt andere problemen en rechtsvragen, die om een ander soort rechter vragen. ‘Anders’ in opleiding, ervaring en wellicht ook van karakter.

12. Erfrechtonderwijs niet opgezet voor doelgroepen advocatuur en rechterlijke macht

Zevende verzwarende factor is de minder bekende situatie dat het erfrecht in bestudering en toepassing in grote mate wordt beïnvloed en beheerst door het notariaat en de estate planning. Daardoor wordt in de informatievoorziening, de wetenschap, het universitair en commercieel onderwijs en de rechtsvorming voornamelijk gekeken door de bril van de notaris, accountant en vermogensbeheerder, met deze beroepsgroepen als doelgroep. De advocaat is sinds enige jaren ook in het vizier gekomen als goudmijntje voor commercieel onderwijs, maar tot de start van deze website was er een miniem groepje docenten actief. Allen oud (kandidaat-)notaris en/of estate planner, geschoold binnen de universitaire beroepsopleiding notarieel recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, met als Leitsatz het ouderwetse man-vrouw-kinderen-gezin-tot-de-dood-ons-scheidt met een witte man als pater familias en de erfgenamen als uitschot. Beroepservaring in Brabantse en Limburgse dorpen en enkele jaren in Nijmegen. Met als uitzondering die de regel bevestigt, een golden boy werkzaam in de ‘Zuidas-consultancy‘, opgeleid in Leiden.

Conclusie

Procederen in het erfrecht is een vak apart. Een zaak kan stranden door een procesrechtelijke vergissing of een verkeerd ingestoken procedure. Ook kan een vonnis, dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, toch niet uitvoerbaar blijken omdat de advocaat de vordering niet juist heeft geformuleerd (een rechter kan alleen toewijzen wat is gevorderd).19 Schakel daarom een advocaat in die zich echt heeft gespecialiseerd in het erfrecht en die verstand heeft van het (internationaal) erfrechtelijk procesrecht. Vraag bij een advocaat na welke (universitaire) opleidingen zijn afgerond en welke cursussen zijn gevolgd. De ervaring leert dat cursussen gegeven door mensen die zijn afgestudeerd in notarieel recht en notaris zijn (geweest) vaak tot een eenzijdige kennisoverdracht van het erfrecht voeren, deels omdat er met ‘notariële oogkleppen’ naar problemen wordt gekeken.20

Werk in uitvoering

Aan bovenstaand artikel wordt nog gewerkt. Lege kopjes worden aangevuld, er komen meer verwijzingen naar bronnen en wetsartikelen. Lezers kunnen opmerkingen sturen, tips geven en (halve) onjuistheden melden.


De nieuwste artikelen in erfrechtblog ‘Lang leve de nalatenschap
Voetnoten
Voetnoten | bronvermeldingen en commentaar
  1. Victor Schildkamp, Erfenisruzie: Kinderen uit eerste huwelijk mogen beslag leggen op villa Jan des Bouvrie, Algemeen Dagblad, 6 februari 2023, hier komt de advocaat aan het woord. []
  2. Bespreking zaak door Raad voor de rechtspraak: Oudste kinderen Jan des Bouvrie krijgen nog geen geld uit nalatenschap, vonnis Rechtbank Midden-Nederland 31 januari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:354 . []
  3. Op eigen website en in het Advocatenblad: Trudeke Sillevis Smitt, Nieuw specialisme: erfrecht voor advocaten, Advocatenblad, 6 februari 2013) []
  4. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11 oktober 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8659 (met een wel heel lijdelijk rechterlijk college), ro 3.11 en 3.20. Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:1807, bekrachtiging/bevestiging. []
  5. Alom gewaardeerd hoogleraar Mellema-Kranenburg gaf haar commentaar op een arrest van de Hoge Raad over conservatoir beslag als titel ‘Is conservatoir beslag mogelijk op een niet-opeisbare vordering legitimaire vordering?’, ​​REP​ 2017/2003​, terwijl de casus betrekking had op beslag ter bewaring van een niet-opeisbare legitimaire vordering: HR (curs. red.) []
  6. De notaris heeft in de regel weinig benul van ‘stellen en bewijzen’, verwend door de rol van de notaris, waar dat wat hij*zij schrijft van rechtswege een hele sterke bewijskracht heeft. Waarom deze keus? Misschien omdat er ‘erfrecht’ op het doosje staat en er dan (dom genoeg) van wordt uitgegaan dat de notaris er verstand van heeft. Alsof een fietsenmaker een auto kan repareren, omdat hij handig is in het verwerken van metalen onderdelen. []
  7. Mr. A.R. Autar, prof. mr. drs. J.W.A. Biemans, mr. T.J. Fluitman (red.) Compendium Erfprocesrecht, Sdu 2021. []
  8. Voorwaarde is dat de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner of andere levensgezel, een broer of zus of een nabestaande in de rechte lijn daar woont. []
  9. ontleend aan: Compendium Erfrecht, inleiding, mr. dr. N. Lavrijssen. []
  10. Dat gaat wel eens mis, bijvoorbeeld hier bij de rechtbank Noord-Holland, waar het verzoek tot benoeming van een vereffenaar werd afgewezen. Reden? Het verzoek was slecht gemotiveerd en niet alle benodigde gegevens waren verstrekt, ook niet nadat de griffie had aangegeven wat er nog benodigd was. Heeft er alles van dat het om een beroepsfout kan gaan. De betreffende advocaat is twee maal (deels voorwaardelijk) geschorst door de tuchtrechter. Zie website advocatenorde. []
  11. Compendium Erfrecht, Inleiding []
  12. Ingezet wordt dan onder andere op het verkrijgen van rekening en verantwoording, het vernietigen van schenkingen en het terugkrijgen van vermogen bijvoorbeeld op grond van onrechtmatige daad. []
  13. En let er bij ‘googelen’ op, dat je niet beglnt bij een artikel over het beschermingsbewind uit Boek 1 …. []
  14. Doelstelling:”Het programma KEI betreft de vereenvoudiging, digitalisering en versnelling van de civiele en bestuursrechtelijke procedures en de digitalisering en modernisering van het toezicht op curatoren en bewindvoerders bij faillissementen, curatele, bewind en schuldsanering.” []
  15. Door erfrechtjuristen vaak geframed als ‘de dwarsligger(s). []
  16. Appèl aan docenten erfrecht die graag eenvoudige begrippen bedenken die de lading niet dekken, met zware bijwerkingen. []
  17. ing. Arnoud P.H. Oostveen, Adviseurs schieten tekort, Advocatenblad 10 maart 2011 []
  18. Anders dan het rechterlijk college, zag het bedrijf de bui wel hangen en liet de betreffende medewerker op persoonlijke titel procederen. []
  19. De advocaat legde het probleem bij de rechter toen hij dit aan de acht erfgenamen uitlegde en liet de kosten voor een extra Kort geding bij de erfgenamen …[]
  20. Erfgenamen en legitimarissen kunnen ons inziens beter geen advocaat nemen die is opgeleid door mensen verbonden aan het Centrum voor Notarieel Recht, vanwege de eenzijdige kijk op kwesties als de legitieme (moet worden afgeschaft – zie artikel: Onderzoeksdebacle Centrum voor Notarieel Recht Nijmegen) en bevoegdheden van de executeur / bewindvoerder.) []
____________________________________________

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *